Nervus
Praktijkgerichte nascholing over neurologie
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN, NVvN en VSR.

Alle collecties van Nervus
Gesorteerd op nieuw - oud
Paraneoplastische neurologische syndromen (PNS) komen voor bij patiënten met een systemische of hematologische maligniteit. Vaak gaan PNS vooraf aan de diagnose van een maligniteit. De aandoeningen zijn immuungemedieerd en gaan gepaard met de vorming van antistoffen. We delen PNS in drie groepen in, afhankelijk van het type antigen waartegen de antistof zich richt. Het gaat om intracellulair cytoplasmatische/nucleaire, intracellulair synaptische en extracellulaire antigenen. Deze indeling is belangrijk omdat er een verschil is in pathogenese, tumorassociatie en behandelbaarheid. PNS veroorzaakt door antistoffen tegen extracellulaire antigenen reageren vaak goed op immuuntherapie, in tegenstelling tot PNS met antistoffen tegen intracellulaire antigenen. Kennis van de meest voorkomende tumortypen, de geassocieerde antistoffen en PNS is belangrijk. Het leidt tot snellere herkenning, gerichtere tumorscreening, snellere behandeling en betere uitkomsten. PNS kunnen perifere en/of centrale neurologische ziekten veroorzaken. In dit nascholingsartikel worden de PNS beschreven die vooral leiden tot stoornissen van het centraal zenuwstelsel.

Samenvatting van het artikel: Stupp R, Taillibert S, Kanner AA, et al. Maintenance therapy with tumor-treating fields plus

Diffuse gliomen zijn progressieve primaire hersentumoren met een sterke impact op de kwaliteit van leven en levensverwachting van patiënten. Beschikbare behandelingen – operatieve resectie, radiotherapie en chemotherapie – zijn niet-curatief qua opzet. De classificatie van tumoren en het behandelbeleid zijn de laatste jaren sterk veranderd door de opkomst van moleculaire diagnostiek. Dit heeft tot een verbeterde prognose geleid voor verschillende groepen patiënten, zoals de patiënten met een glioom met 1p/19q-co-deletie en de oudere patiënten met een glioblastoom. Responsevaluatie na behandeling geschiedt met reguliere MRI en waar nodig met aanvullende technieken. Doelgerichte (‘targeted’) en immuungerichte behandelingen gaan in de komende jaren hopelijk de perspectieven verder verbeteren. De behandelstrategie hangt af van de vele prognostische factoren, vooral de klinische conditie van de patiënt, en van diens voorkeuren. Overleg in een multidisciplinaire neuro-oncologische werkgroep is daarom essentieel. De neuroloog heeft een grote rol in het begeleiden van patiënten bij het maken van individuele keuzes.

Symptomatische wervelmetastasen moeten zo vroeg mogelijk worden gediagnosticeerd en behandeld, om onder andere onnodig veel pijn en neurologische uitval, en daarmee een achteruitgang van de kwaliteit van leven, zo veel mogelijk te voorkomen. Dit nascholingsartikel richt zich daarom op het vermijden van vertraging bij het stellen van de diagnose wervelmetastasen. Er wordt vooral ingegaan op de kliniek van wervelmetastasen en de termijnen waarbinnen de diagnostiek en behandeling moeten plaatsvinden volgens de huidige landelijke richtlijn Wervelmetastasen. Kort worden de behandelmodaliteiten bij wervelmetastasen besproken, maar vooral wordt er speciale aandacht besteed aan de selectie van patiënten voor deze behandelingen. Tot slot wordt aandacht besteed aan palliatieve zorg, symptoombestrijding en begeleiding van patiënten met aangetoonde symptomatische wervelmetastasen.

Epilepsie is een veelvoorkomend symptoom bij patiënten met een glioom. Zowel anti-epileptica als behandeling van de tumor

Hersenmetastasen treden op bij 10-20% van de patiënten met kanker. In het algemeen is de prognose van patiënten met hersenmetastasen matig met een mediane overleving korter dan zes maanden. De keuze voor behandeling wordt onder andere bepaald door de klinische conditie, de extracraniële tumoractiviteit, de systemische behandelopties en de grootte, het aantal en de locatie van de hersenmetastasen. Bij patiënten met één tot drie metastasen kan, afhankelijk van conditie en prognose, stereotactische bestraling worden overwogen indien de maximale doorsnede minder bedraagt dan 3,5-4,0 cm. Bij een grote, solitaire metastase kan daarnaast ook resectie worden overwogen. Bij patiënten met multiple hersenmetastasen en een te verwachte korte overleving zal veelal worden gekozen voor totale schedelbestraling. Er komt steeds meer bewijs voor de effectiviteit van systemische behandeling bij hersenmetastasen, waaronder chemotherapie, moleculaire therapie en immuuntherapie.