Quintesse
Praktische nascholing voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Quintesse?
Abonneer nu! Meer informatieAlle collecties van Quintesse
Gesorteerd op nieuw - oud
Bij ADHD-problematiek in werkgerelateerde context schiet praktische loopbaangerichte begeleiding tekort. Doorzien moet worden dat de problemen verder gaan dan een gebrek aan praktische vaardigheden zoals op tijd komen en plannen en zaken afmaken. De cliënt zal hulp geboden moeten worden om zijn copingmechanismen die in de loop der jaren zijn opgebouwd te vervangen door functioneler gedrag. Als de cliënt zich bewust wordt van de aspecten die over- en onderprikkeling veroorzaken en hij tools krijgt om dit beter te reguleren, zal beter functioneren in werkcontext mogelijk worden.
In Nederland gelden strenge richtlijnen voor het beleid bij een uitbraak van MRSA, weergegeven in richtlijnen van de Landelijke Coördinatie Infectieziektenbestrijding en de Werkgroep Infectie Preventie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het doel daarvan is de verspreiding tegen te gaan van Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus, die de behandeling van kwetsbare patiënten bemoeilijkt. Een MRSA-uitbraak roept veel vragen op bij betrokkenen: medewerkers, bewoners en hun vertegenwoordigers. Samenwerking met externe deskundigen, zoals de lokale microbioloog, GGD-arts en huisarts, is van belang. De bedrijfsarts kan een bijdrage leveren door advisering aan het uitbraakteam en een consultatie van individuele medewerkers met vragen over MRSA. Een belangrijk advies is dat elk verpleeghuis een MRSA-draaiboek opstelt.
Een loonsanctiebesluit moet vóór het einde van de (verlengde) wachttijd opgelegd worden. Daarna is dit niet meer mogelijk. Wanneer er sprake is van samengesteld verzuim, verdient het aanbeveling om de datum einde wachttijd te controleren. De duur van de loonsanctie is maximaal 52 weken, maar kan worden bekort als de werkgever de gesanctioneerde tekortkomingen herstelt. Tijdens de duur van de loonsanctie geldt voor de arbeidsovereenkomst het opzegverbod tijdens ziekte. Een beëindiging met wederzijds goedvinden tijdens de loonsanctie is riskant voor de werknemer aangezien hij dan mogelijk geen uitkering kan krijgen op grond van WIA, WW of ZW kan krijgen.
De werkgever kan bezwaar en beroep instellen tegen een loonsanctiebesluit. De werknemer kan bezwaar en beroep instellen tegen het besluit om geen loonsanctie op te leggen of tegen het besluit om de loonsanctie te bekorten in duur. Wordt een loonsanctiebesluit vernietigd dan bestaat de mogelijkheid dat het UWV de schade aan de werkgever tot een bepaalde hoogte moet vergoeden.
AD(H)D is vooral bekend als een ziekte die voorkomt op de kinderleeftijd. Minder bekend is dat bij een groot deel van deze kinderen de symptomen ook op de volwassen leeftijd blijven bestaan, maar dat de klachtenpresentatie bij volwassen kan verschillen van AD(H)D op de kinderleeftijd.
Tegenwoordig wordt AD((H)D niet meer gezien als een gedragsstoornis, maar als een informatieverwerkingsstoornis, waarbij door een aangeboren en erfelijke verandering van vooral de prefrontale cortex minder 'filtering' van informatie plaatsvindt. Er worden in de nieuwe DSM drie subtypen van ADHD onderscheiden. De behandeling bestaat uit twee pijlers: medicamenteuze behandeling en psychologische begeleiding met psycho-educatie.
Het zo vroeg mogelijk onderkennen van AD(H)D op de volwassen leeftijd is van groot belang, omdat AD(H)D een flink hoger risico heeft op bijkomende psychiatrische problematiek, als gevolg waarvan ook vaak maatschappelijke problematiek ontstaat. Ook op het werk kan AD(H)D leiden tot problemen, die met goede herkenning wel kunnen worden begeleid.
COPD is een over het algemeen progressieve ziekte die wordt gekenmerkt door een chronische, niet (volledig) reversibele luchtwegobstructie, maar daarbuiten ook een aantal niet-pulmonale effecten kent en daardoor vaak gepaard gaat met comorbiditeit. Zowel de pulmonale als niet-pulmonale effecten hebben gevolgen voor de belastbaarheid. De aandacht gaat dan in de eerste plaats uit naar de verminderde energetische belastbaarheid door de aard en ernst van de longfunctiestoornis. Bij de afname van de energetische belastbaarheid kunnen echter ook de niet-pulmonale effecten en daarmee samenhangende comorbiditeit een rol spelen. Energetische belastbaarheid laat zich goed objectiveren aan de hand van een inspanningsonderzoek, waarbij men een aantal parameters moet volgen. Naast afgenomen energetische belastbaarheid kan de patiënt met COPD echter ook te maken krijgen met verminderde inhalatoire belastbaarheid door tevens aanwezig bronchiale hyperreactiviteit, een afname van de mentaal-perceptieve belastbaarheid door met COPD geassocieerde afname van de cognitieve functies en beperkingen in functioneren door inadequate coping. Een zorgvuldige beoordeling van de belastbaarheid bij een patiënt met COPD vereist aandacht voor al deze aspecten.
Werkgerelateerde luchtwegklachten blijven voor veel bedrijfsartsen een moeilijk hoofdstuk. Hoewel de prevalentie van luchtwegklachten in de bevolking hoog is, zien bedrijfsartsen niet vaak mensen op het spreekuur met deze klachten. Nog lastiger wordt het wanneer ziekteverzuim en arbeidsomstandigheden in het bedrijf gescheiden domeinen zijn.