Quintesse
Praktische nascholing voor bedrijfsartsen en verzekeringsartsen
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Quintesse?
Abonneer nu! Meer informatieAlle collecties van Quintesse
Gesorteerd op nieuw - oud
Aan de hand van een casus wordt het verzekeringsgeneeskundig handelen bij angststoornissen toegelicht. Daarbij gebruiken wij het verzekerings- geneeskundig protocol Angststoornissen. Normale angst is fysiologisch, pathologische angst is dit niet. Pathologische angst is het centrale kenmerk van verschillende angststoornissen die in het protocol worden beschreven. Angststoornissen komen relatief vaak voor en kunnen leiden tot aanzienlijke participatieproblemen.
Het is algemeen bekend dat bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling, RIV-beoordeling en het deskundigenoordeel de verzekeringsarts
en de arbeidsdeskundige van het UWV nauw samenwerken. Deze samenwerking komt vrijwel automatisch tot stand. Het belang van een goede en professionele wijze van samenwerken tussen de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige tijdens de eerste twee (of drie) ziektejaren van een werknemer is groot. Alle betrokken partijen, primair werknemer en werkgever, zijn daarbij gebaat. Vanzelf gaat het echter niet. Een goede samenwerking vereist de nodige inspanning waarbij hindernissen moeten worden overwonnen. Het belangrijkste zijn wederzijds respect en open staan voor elkaars visie. Men moet elkaar opzoeken, kennis en informatie delen. Alleen op die manier is synergie tussen de professies mogelijk.
Een van de moeilijkste beoordelingen in de keuringssituatie is de vervoersgeneeskundige keuring. Het gaat hierbij altijd om de inschatting van het ongevalsrisico op basis van het individuele risico in relatie tot de functie-eisen. De keurend bedrijfsarts moet naast inzicht in de risico’s ook over kennis beschikken van de wet- en regelgeving. Naast de bescherming van de gezondheid en de rechtspositie van de werknemer dient ook het algemeen maatschappelijk belang van veilig vervoer in acht te worden genomen. Het is binnen de bedrijfsgeneeskunde een ‘vak apart’ geworden en vereist specifieke kennis en expertise. Wij bevelen de ontwikkeling van een centrale landelijk toegankelijke database aan met, per functie, alle
ter zake doende gegevens voor de betreffende vervoersgeneeskundige keuring. Ten slotte zijn wij van mening dat de mogelijkheid van of verplichting tot het raadplegen van een gespecialiseerde klinisch arbeidsgeneeskundige in bepaalde keuringssituaties de vervoersveiligheid dient.
De bedrijfsarts kan bijdragen aan de preventie van angstklachten en wellicht angststoornissen door advisering aan directie en/of de humanresourcesmanagement. Onzekerheidsreductie door een goede informatievoorziening, ingebed in een goed personeelsbeleid, is de beste preventie voor angst(klachten). In de individuele begeleiding kan de bedrijfsarts bij angstklachten proberen de onderliggende cognities ter discussie te stellen. Als er sprake is van een angststoornis die het functioneren beïnvloedt, zal de bedrijfsarts verwijzen naar de GGZ of, als er een duidelijke werkgerelateerde component is, naar een arbeids- en gezondheidspsycholoog. Deze zal zich, in samenspraak met de bedrijfsarts, richten op klachten en functioneren binnen de context van de persoon en zijn (werk)omgeving.
De prevalentie van hoofdpijn is hoog, er zijn veel soorten hoofdpijn en de ernst varieert van, zoals dat in de volksmond heet, ‘gewone hoofdpijn’, tot hoofdpijn die volgens de WHO gerekend kan worden tot de ‘7th disabler’ (migraine) om nog maar niet te spreken van ‘suicidal headache’ (clusterhoofdpijn).
De International Classification of Headache Disorders (ICHD-3 beta) is bedoeld om iedereen die zich met de zorg van de hoofdpijnpatiënt bezighoudt dezelfde taal te laten spreken. De hoofdpijndiagnostiek heeft zijn eigen systematiek. Het belangrijkste instrument daarbij is de anamnese waarbij de ICDH als handleiding dient te worden gebruikt. Aan de orde komen de drie meest voorkomende primaire hoofdpijnen: spanningshoofdpijn, migraine en clusterhoofdpijn, en de bijhorende therapeutische mogelijkheden. De bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige ontmoeten veel mensen met hoofdpijn. De inhoud van dit artikel kan hen helpen de zorg voor deze grote en vaak ook moeilijke categorie patiënten te optimaliseren.
De verzekeringsgeneeskundige beoordeling van patiënten met migraine kan lastig zijn. Vooral de onduidelijkheid over de frequentie en de duur van de aanvallen en een realistische inschatting van het verzuim door migraine maken de beoordeling van de belastbaarheid moeilijk. Het vaststellen van beperkingen ten aanzien van arbeid en het eventueel aanpassen van in arbeid gelegen factoren vereist inzicht in oorzaken, verloop van de migraine in het algemeen en bij de individuele patiënt in het bijzonder. Maar hoe stelt u dat zo objectief mogelijk vast? Hoe legt u die beperkingen vast in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en hoe vertaalt u de beperkingen naar eventuele aanpassingen van de arbeidsomstandigheden? Hoe moet de verzekeringsarts omgaan met frequent kortdurend verzuim door migraine? In dit artikel worden aan de hand van een casus – die is ontleend aan de mediprudentie* – enkele thema’s besproken die relevant zijn bij de verzekeringsgeneeskundige beoordeling bij migraine.