Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Heeft uw patiënt een onverzadigbare eetlust (hyperfagie), obesitas voor de leeftijd van 5 jaar, een ontwikkelingsachterstand, dysmorfe kenmerken, afwijkende meetgegevens en/of een bijzondere familieanamnese voor obesitas? Dit kunnen aanwijzingen zijn voor een genetische oorzaak van de obesitas. Er zijn twee soorten genetische obesitas: een syndromale en een niet-syndromale vorm. Bij een obesitassyndroom heeft de patiënt een combinatie van obesitas met andere (orgaan)afwijkingen en daarbij vaak ook een ontwikkelingsachterstand. Bardet-biedlsyndroom, Prader Willi Wyndroom en 16p11.2-microdeletiesyndroom zijn voorbeelden van syndromale obesitas. Bij niet-syndromale oorzaken, zoals MC4R-deficiëntie en leptinereceptordeficiëntie, komt obesitas geïsoleerd voor en is er geen ontwikkelingsachterstand. Bij verdenking op een genetische obesitas kan in het Amsterdam UMC (locatie AMC) een genpanel ‘erfelijke obesitas’ worden aangevraagd. Afhankelijk van de differentiaaldiagnose kunnen ook andere genetische testen worden ingezet. Hoewel een genetische oorzaak van obesitas zeldzaam is, zijn er voor deze doelgroep steeds meer medicamenteuze behandelingen beschikbaar óf in ontwikkeling. Dit maakt het vaststellen van een genetische oorzaak van de obesitas bij uw patiënt steeds belangrijker.

Patiënten met slikproblemen krijgen vaak een logopedisch voedingsadvies met consistenties die ze veilig en efficiënt kunnen eten en drinken. Vroeger werd dat gecommuniceerd in termen als ‘nectar-dikte’ of ‘honing-dikte’. Tegenwoordig worden hiervoor IDDSI-levels gebruikt. Steeds meer logopedisten gebruiken deze nieuwe termen. Maar wat is een IDDSI-level eigenlijk? En hoe weet u welk product welk IDDSI-level heeft en dus veilig is?

Unilaterale klachten van aangezichtspijn met daarbij ipsilateraal een miosis en/of ptosis kunnen verklaard worden door het paratrigeminale oculosympathische syndroom (POSS). Dit syndroom ontstaat door compressie op de n. trigeminus en de oculosympathische vezels in de middelste schedelgroeve. Hierbij is er sprake van (aangezichts)pijn en van een postganglionair Horner-syndroom (typisch zonder anhidrose van het voorhoofd). POSS kent verschillende oorzaken en de behandeling is dan ook hiervan afhankelijk.

Presbyacusis, ook wel ouderdomsslechthorendheid, komt voor bij ruim 80% van de 85-plussers in Nederland. Presbyacusis bemoeilijkt communicatie en kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven van de oudere. In de behandeling, verpleging en verzorging is het van belang de signalen te herkennen en hierop te anticiperen.

Bij acute bloedingen is steeds vaker een rol weggelegd voor de interventieradioloog. In veel gevallen is een selectieve embolisatie mogelijk en kan zo op minimaal invasieve wijze controle over de bloeding worden verkregen. Technisch is in veel gevallen een geslaagde embolisatie haalbaar met een relatief laag
complicatierisico.

Medisch ethicus Eline Bunnik onderzocht de impact van nevenbevindingen op een hersenscan op onderzoeksdeelnemers. Daarnaast verscheen onlangs een interessant artikel van haar in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde over keuzes maken in de gezondheidszorg in tijden van schaarste. IMAGO ging bij haar langs om beide onderwerpen, en andere ethische kwesties, te bespreken.