Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Diagnostiek naar Mycoplasma pneumoniae-infecties Lees meer over Diagnostiek naar Mycoplasma pneumoniae-infecties Diagnostiek naar Mycoplasma pneumoniae-infecties
Mycoplasma pneumoniae is een veelvoorkomende oorzaak van longontsteking bij kinderen. M. pneumoniae kan asymptomatisch in de bovenste luchtwegen aanwezig zijn, waardoor een positieve PCR-test niet altijd een M. pneumoniae-infectie betekent. Dit maakt de interpretatie van diagnostische tests lastig. In combinatie met specifieke klinische kenmerken kan de kans op een M. pneumoniae-infectie beter worden ingeschat, waarmee een indicatie voor adequate antibiotica kan worden gesteld. Bij refractaire M. pneumoniae-infecties kunnen macrolideresistentie en immuunontregeling een rol spelen, waarvoor doxycycline en prednison kunnen worden overwogen. Het gebruik van gevalideerde klinische kenmerken is cruciaal om overbehandeling en resistentie te voorkomen.
Brugada-syndroom bij kinderen: zeldzaam, maar herkenning is van levensbelang Lees meer over Brugada-syndroom bij kinderen: zeldzaam, maar herkenning is van levensbelang Brugada-syndroom bij kinderen: zeldzaam, maar herkenning is van levensbelang
Brugada-syndroom (BS) is een zeldzame erfelijke hartritmestoornis die bij een deel van de patiënten wordt veroorzaakt door een DNA-variant in het SCN5A-gen. Kinderen met BS kunnen levensbedreigende ritmestoornissen ontwikkelen, voornamelijk tijdens koorts. BS wordt gediagnosticeerd bij patiënten met een spontaan type 1-brugadapatroon op het elektrocardiogram (ECG) of met een Shanghai-score ≥ 3,5. Het Brugada-patroon kan spontaan op het ecg aanwezig zijn, maar kan ook pas verschijnen onder invloed van koorts of medicatie en kan in de loop van het leven alsnog ontstaan. Kinderen met een verhoogde kans op BS omdat ze symptomen hebben passend bij BS, of omdat ze (50% risico op) dragerschap hebben van een DNA-variant in het SCN5A-gen, hebben vanaf de geboorte een indicatie voor screening op BS. De behandeling van kinderen die BS of een variant in het SCN5A-gen hebben, bestaat uit het vermijden van medicatie op de lijst www.brugadadrugs.org en het agressief onderdrukken van koorts met medicatie. Ritmemonitoring in het ziekenhuis tijdens koorts is geïndiceerd bij patiënten met een type 1 Brugadapatroon op het ECG.
Chemsex: taking chances for love Lees meer over Chemsex: taking chances for love Chemsex: taking chances for love
Chemsex is een relatief nieuw maar snel opkomend fenomeen. Toch zijn er in Nederland nog maar weinig verslavingsinstellingen met kennis over chemsex. Hoewel de behoefte aan zorg onder mannen die chemsex hebben groot is, zijn de behandelcontacten met zowel reguliere zorg als verslavingszorg vaak teleurstellend. Vanuit de professionaliteit van de verpleegkundig specialist moet hierop worden ingespeeld.
Quiz: lucht op de verkeerde plek Lees meer over Quiz: lucht op de verkeerde plek Quiz: lucht op de verkeerde plek
Patiënt met interstitiële longziekte, evaluatie met CT-scan. Welke congenitale afwijking is zichtbaar?
Trauma en psychose Lees meer over Trauma en psychose Trauma en psychose
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat veel mensen met een psychosegevoeligheid onderliggend trauma hebben. Lange tijd werd gedacht dat dit trauma niet eerder behandeld kon worden dan dat de psychose in remissie was. Tegenwoordig weten we echter dat het behandelen van trauma in een vroege fase van de psychosebehandeling positieve effecten heeft op het herstel.
Interventionele pijnbehandeling bij trigeminusneuralgie en clusterhoofdpijn op de pijnpoli Lees meer over Interventionele pijnbehandeling bij trigeminusneuralgie en clusterhoofdpijn op de pijnpoli Interventionele pijnbehandeling bij trigeminusneuralgie en clusterhoofdpijn op de pijnpoli
De pijnpoli biedt neuroablatieve pijnbehandelingsprocedures voor zowel trigeminusneuralgie als clusterhoofdpijn. Deze behandelingen zijn meestal effectief, kennen bij juiste toepassing relatief weinig risico en kunnen in dagbehandeling plaatsvinden. Voor trigeminusneuralgie zijn er duidelijke handvatten te bieden om samen met de patiënt af te wegen welke behandeloptie het meest geschikt is. Voor clusterhoofdpijn is de positie van neuroablatieve pijnbehandeling minder vastomlijnd en is optimalisering binnen het zorgpad gewenst. In dit artikel worden handvatten gegeven voor beide aandoeningen en wordt het belang van interdisciplinaire samenwerking benadrukt.