Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Een medewerker in de zorg valt uit na een reorganisatie. Met de kennis van de voorgeschiedenis in haar privéleven en op basis van haar klachten wordt een posttraumatische stressstoornis vermoed. Dankzij multidisciplinair begeleiden wordt het probleem helder en herstelt de medewerker, waarmee ze niet alleen behouden blijft voor haar werk maar ook persoonlijk een belangrijke stap kan zetten voor de toekomst.
Een ongeval zit soms in een klein hoekje. Dat blijkt ook in deze casus
over een 35-jarige facilitair medewerker. Tijdens zijn werk werd hem gevraagd een deur te openen. Nietsvermoedend stak hij de sleutel in
het slot waarop 220 V wisselspanning stond. Een installateur, die even daarvoor een kaartlezer op dezelfde deur had gemonteerd, was vergeten de stroom uit te schakelen. Hoewel slechts 3 tot 4 seconden contact werd gemaakt tussen de spanningsbron en de vingers van de medewerker, ontstonden directe forse klachten van de rechterhand en -onderarm
die zich uitten in vasculaire en neurogene afwijkingen. Door dit voorval kon hij zijn werk niet meer uitvoeren. De bedrijfsarts zag dat in het daaropvolgende jaar het herstel stagneerde en verwees de ongelukkige werknemer door naar een polikliniek voor arbeidsrevalidatie met de vraag of terugkeer naar eigen werk zonder urenbeperking nog mogelijk was. Om een goed antwoord te kunnen formuleren op deze vraag vond een uitgebreid diagnostisch onderzoek plaats. Daarbij werden de resultaten van de deelonderzoeken van alle betrokken deskundigen werkzaam in een multidisciplinaire setting zorgvuldig meegewogen in de besluitvorming. Het beoordelingstraject en de uiteindelijke conclusie laten zien welke consequenties een ogenschijnlijk korte blootstelling aan stroom kan hebben op de functionele mogelijkheden voor werk.
De bedrijfs- of verzekeringsarts zal frequent patiënten met een angst- stoornis tegenkomen: angststoornissen komen bij volwassenen veelvuldig voor, hebben een chronisch beloop en gaan gepaard met beperkingen in het (werk)functioneren. Behandeling is geïndiceerd omdat de kans op spontaan herstel klein is en er comorbide stoornissen kunnen ontstaan. Behandeling door middel van medicatie en/of cognitieve gedragstherapie is bij de meeste patiënten effectief. Wel blijft een onderliggende kwets-baarheid bestaan, waardoor angstklachten na verloop van tijd weer kunnen optreden.
Borstvoeding is de beste voeding voor een pasgeborene. Borstvoeding kent vele positieve gezondheidseffecten voor het kind en voor de moeder die bij kunstvoeding ontbreken. De gezondheidseffecten van borstvoeding gelden des te sterker voor zieke pasgeborenen, zoals prematuren en kinderen met een koemelkallergie. De gezondheidseffecten worden verklaard door de aanwezigheid van vele actieve stoffen in de moedermelk. Hierbij gaat het om immunologisch actieve stoffen uit de aspecifieke en specifieke afweer, bouwstoffen, hormonen en onverzadigde langeketenvetzuren. Moedermelk heeft een prebiotische en probiotische werking, waardoor er minder infectiedruk is vanuit de darm. Donormelk moet een bewerking ondergaan om steriliteit te waarborgen; hierbij gaan veel biologisch actieve stoffen verloren en daarom heeft verse moedermelk van de eigen moeder de voorkeur. Voor de premature pasgeborene is het calorische aanbod van moedermelk onvoldoende; dit wordt aangevuld met moedermelkversterker. Moedermelk als basis, versterkt met moedermelkversterker, is de beste voeding voor een prematuur geboren kind. Bij de gezonde voldragen pasgeborene komt de borstvoeding goed en snel op gang door vroeg aan te leggen, frequent aan te leggen en niet bij te voeden.
Aan de hand van een casus wordt het verzekeringsgeneeskundig handelen bij angststoornissen toegelicht. Daarbij gebruiken wij het verzekerings- geneeskundig protocol Angststoornissen. Normale angst is fysiologisch, pathologische angst is dit niet. Pathologische angst is het centrale kenmerk van verschillende angststoornissen die in het protocol worden beschreven. Angststoornissen komen relatief vaak voor en kunnen leiden tot aanzienlijke participatieproblemen.
Het is algemeen bekend dat bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling, RIV-beoordeling en het deskundigenoordeel de verzekeringsarts
en de arbeidsdeskundige van het UWV nauw samenwerken. Deze samenwerking komt vrijwel automatisch tot stand. Het belang van een goede en professionele wijze van samenwerken tussen de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige tijdens de eerste twee (of drie) ziektejaren van een werknemer is groot. Alle betrokken partijen, primair werknemer en werkgever, zijn daarbij gebaat. Vanzelf gaat het echter niet. Een goede samenwerking vereist de nodige inspanning waarbij hindernissen moeten worden overwonnen. Het belangrijkste zijn wederzijds respect en open staan voor elkaars visie. Men moet elkaar opzoeken, kennis en informatie delen. Alleen op die manier is synergie tussen de professies mogelijk.