Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Wat is obstipatie en hoe vaak komt het voor? | Typen obstipatie | Hoe wordt de diagnose obstipatie gesteld? | Waarop wordt bij de patiënt met obstipatie
verder gelet? | Behandeling van obstipatie | Conclusie | Referenties

Bij kinderen met een lange gestalte kan een groeiremmende behandeling worden overwogen om de uiteindelijke volwassen lengte te beperken. Een gestructureerde aanpak en het verrichten van een lengtepredictie spelen een centrale rol in de begeleiding en eventuele behandeling. Speciale regressieformules zijn ontwikkeld om de eindlengte te voorspellen van kinderen met constitutioneel lange lengte. Hormonale behandeling met hoge doses geslachtshormonen is de meest toegepaste groeiremmende therapie. Het effect van deze behandeling is sterk afhankelijk van de botleeftijd bij de start van de therapie en is over het algemeen groter bij meisjes. Alternatieve behandelmodaliteiten als bilaterale epifysiodese of somatostatineanaloga kunnen worden overwogen, maar zijn eveneens van beperkte waarde. Het feit dat er momenteel aanwijzingen zijn dat hormonale behandeling op lange termijn risico geeft op verminderde fertiliteit en de veranderde maatschappelijke beleving van lange gestalte, heeft geleid tot een duidelijke afname in de toepassing van een dergelijke therapie.

Postoperatieve misselijkheid en braken (PONV) is een frequent voorkomende en door patiënten als zeer vervelend ervaren bijwerking van algehele anesthesie. PONV ontstaat door een samenspel van vele factoren die zowel patiënt-, chirurgie- als anesthesiegerelateerd zijn. Eenvoudige risicoscores zijn beschikbaar, maar lijken niet in iedere populatie even effectief in het correct voorspellen van het risico op PONV. Voor universele PONV-profylaxe voor iedere patiënt onder algehele anesthesie lijkt geen wetenschappelijke basis. Er is geen bewijs voor een hogere effectiviteit van profylaxe ten opzichte van therapie. Bij universele profylaxe vindt een forse overbehandeling plaats. Voor medicamenteuze profylaxe en therapie zijn droperidol, dexamethason, 5-HT3-receptorantagonisten (ondansetron, granisetron en tropisetron) en metoclopramide allemaal geschikt. De effectiviteit van metoclopramide ligt iets lager en van de overige medicamenten is deze vergelijkbaar. Bovendien is acupressuur van punt P6 een effectieve therapie tegen PONV.

Anamnese afgenomen voorafgaand aan een operatie is de beste voorspeller van het risico op complicaties tijdens en na de operatie. De sensitiviteit wordt zelden verhoogd door aanvullend onderzoek. Om onnodig aanvullend onderzoek te beperken, kan gebruikgemaakt worden van eenvoudige beslisbomen. Deze beslisbomen moeten gehanteerd worden in samenspraak met snijdende en beschouwende specialisten.

Inleiding | Differentiaaldiagnostiek bij (acute) pijn op de borst | Specifieke anamnese bij pijn op de borst | Hart | Longen | Aandoeningen aan de thoraxwand | Gastro-enterale aandoeningen | Hoog thoracaal aneurysma | Psychogeen | Referenties

Uw aandachtsgebied is opvallend ruim. Het bevat onder andere hemostase, trombose, diffuse intravasale stolling, atherosclerose, fibrinolyse, trombolyse, infectie en intensivecaregeneeskunde. In dit interview ligt de nadruk op onderdelen van deze onderzoeksgebieden die van belang zijn voor de intensive care en anesthesiologie. Wat vindt u van het huidige gebruik van geactiveerde proteïne-C (APC) met het oog op de verminderde werkzaamheid van deze stof in sommige patiëntengroepen, zoals kinderen en relatief minder zieke intensivecarepatiënten?