Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Airway management bij patiënten met obesitas is een complex onderwerp dat steeds relevanter wordt gezien de toenemende prevalentie van patiënten met obesitas en bariatrische chirurgie wereldwijd. Een accurate preoperatieve beoordeling en risicostratificatie zijn van groot belang. Er zijn verschillende strategieën en technieken voor airway management voor bariatrische patiënten die perioperatieve en postoperatieve (long)complicaties kunnen helpen verminderen. In dit artikel worden de beoordeling van de bovenste luchtweg, intubatietechnieken, apneu-oxygenatie, optimale beademingsstrategieën, extubatie en post-anesthesiezorg besproken. Een goede assessment en risicostratificatie met de Airway Triage-applicatiemethode in combinatie met een goede strategie en het gebruik van een videolaryngoscoop kan complicaties voorkomen.
Glomerulaire aandoeningen zijn nierziekten met beschadiging van de glomerulus. Glomerulonefritis is een glomerulaire ziekte die gekenmerkt wordt door toename van cellen in de glomerulus. Een belangrijke oorzaak van glomerulaire aandoeningen is het nefrotisch syndroom, dat wordt gekenmerkt door een combinatie van symptomen: proteïnurie, hypoalbuminemie, oedeem en hyperlipidemie. De aandoening kan gepaard gaan met infectieuze, trombotische en cardiovasculaire complicaties. De meest voorkomende oorzaak van nefrotisch syndroom bij volwassenen in Nederland is membraneuze nefropathie. Deze wordt gekenmerkt door afzetting van immuuncomplexen in de glomerulaire basaalmembraan. Het is belangrijk onderscheid te maken tussen primaire membraneuze nefropathie en secundaire vormen, die kunnen optreden als gevolg van onderliggende aandoeningen zoals infecties, auto-immuunziekten of medicatiegebruik. De behandeling van membraneuze nefropathie richt zich op het verminderen van proteïnurie en hiermee het risico op achteruitgang van de nierfunctie. Behandeling is mogelijk met conservatieve maatregelen of immunosuppressieve therapieën. De ontdekking van circulerende autoantilichamen bij een groot deel van de patiënten met membraneuze nefropathie heeft gezorgd voor grote vooruitgang in ons begrip van de ziekte, diagnostiek en behandeling.
Stikstofmonoxide (NO) is een essentieel molecuul dat door endotheelcellen in de bloedvaten wordt geproduceerd. NO speelt een sleutelrol bij het reguleren van de bloeddruk, het bevorderen van weefselperfusie en het voorkomen van trombose. Veroudering, een ongezonde levensstijl en chronische aandoeningen zoals hypertensie en diabetes kunnen de NO-productie verminderen door schade aan het endotheel. Het aanvullende pad voor de vorming van NO omvat de omzetting van nitraat uit voeding (voornamelijk bietjes en bladgroenten) door mondbacteriën in nitriet en vervolgens naar NO in de maag. Deze enterosalivare route kan worden gehinderd door een gebrek aan inname van nitraatrijke groenten en het gebruik van antibacterieel mondwater, tandpasta met fluoride, en zuurremmers. Een tekort aan NO kan leiden tot seksuele, metabole en mentale disfunctie. De preventie en behandeling van NO-deficiëntie vereisen een gezonde leefstijl, adequate mondhygiëne, beperking in het gebruik van antibacterieel mondwater en zuurremmers, en indien nodig, het gebruik van betrouwbare supplementen.
Orthostatische hypotensie (OH) heeft vele mogelijke oorzaken en kan zich op tal van manieren presenteren, waaronder presyncope (bijvoorbeeld lichtheid in het hoofd), syncope en verschijnselen die alleen omstanders opmerken. OH wordt onderverdeeld in drie subtypen: initiële OH, klassieke OH en ‘delayed’ OH. Oorzaken worden verdeeld in neurogeen en niet-neurogeen. De classificatie is van belang voor de behandeling en prognose. OH kan geclassificeerd worden met hulp van de anamnese en een sta-test of kantelproef met bloeddrukmeting. Soms is aanvullend onderzoek geïndiceerd. De behandeling is primair niet-farmacologisch. Het is cruciaal dat de patiënt de klachten goed herkent zodat hij vlot maatregelen kan nemen, zoals gaan zitten, liggen of bloeddrukverhogende maatregelen inzetten. Daarnaast kan een goed inzicht in de uitlokking helpen om preventieve maatregelen in te zetten (bijvoorbeeld water drinken). Bloeddrukverhogende medicatie is alleen geïndiceerd bij patiënten met neurogene klassieke OH en ernstige orthostatische intolerantie, persisterend ondanks leefstijlaanpassingen.
Chronische pijn leidt tot veranderingen in het zenuwstelsel die ertoe leiden dat pijn frequenter en intenser wordt beleefd op een wijze die niet meer in relatie staat tot de fysieke situatie. Langdurige inzet van opioïden leidt op termijn eerder tot tolerantie en mogelijk drug-seeking behaviour dan afdoende pijndemping. De combinatie van het verstoorde pijnsysteem met de onttrekkingsverschijnselen maakt afbouwen van opioïden uitdagend en complex.
Agonisten van de glucagon-like peptide-1 (GLP-1)-receptor zijn relatief nieuwe middelen voor de behandeling van diabetes mellitus type 2. Naast hun effecten op de glucoseregulatie blijken deze middelen ook voor een afname van lichaamsgewicht te zorgen. Om deze redenen zijn GLP-1-agonisten steeds populairder als afslankmiddel. GLP-1-agonisten hebben een duidelijk vertragend effect op de maaglediging. Kennis over deze middelen en de afspraken die gemaakt zijn over het onderbreken van deze middelen rondom (electieve) chirurgische ingrepen zijn belangrijk voor de anesthesioloog en anesthesiemedewerker.