A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Uw aandachtsgebied is opvallend ruim. Het bevat onder andere hemostase, trombose, diffuse intravasale stolling, atherosclerose, fibrinolyse, trombolyse, infectie en intensivecaregeneeskunde. In dit interview ligt de nadruk op onderdelen van deze onderzoeksgebieden die van belang zijn voor de intensive care en anesthesiologie. Wat vindt u van het huidige gebruik van geactiveerde proteïne-C (APC) met het oog op de verminderde werkzaamheid van deze stof in sommige patiëntengroepen, zoals kinderen en relatief minder zieke intensivecarepatiënten?

Prohemostatische therapie is effectief bij de preventie en adjunctieve behandeling van bloedverlies. Bevordering van de bloedstolling is mogelijk op drie niveaus: in de primaire hemostase, bij de vorming van het fibrinestolsel en door remming van de fibrinolyse. Hoewel specifieke correctie van elk van de elementen van de hemostase dus mogelijk is, lijkt prohemostatische therapie ook effectief als compensatie van een stollingsdefect in een ander systeem, of zelfs als er geen stollingsafwijking is. Het potentiële risico van een prohemostatische interventie is optreden van een trombo-embolische complicatie, maar deze kans lijkt in de praktijk erg klein.

Steeds meer (oudere) patiënten gebruiken antistollingsmiddelen of trombocytenaggregatieremmers, vaak ook nog een combinatie van deze middelen. Het risico op een trombo-embolie wordt hierdoor beperkt, maar bij een operatieve ingreep bestaat wel een verhoogd risico op een (na)bloeding. Een spinaal-epiduraal hematoom is dé bloedingscomplicatie na een neuraxisblokkade die tot ernstige morbiditeit kan leiden. Kennis van de farmacokinetiek van antistollingsmiddelen en/of trombocytenaggregatieremmers en vertrouwdheid met de richtlijnen over regionale anesthesie bij gelijktijdig gebruik van deze middelen, maken het mogelijk een goede afweging te maken voor de individuele patiënt.

Steeds duidelijker wordt dat de effecten van statines verder reiken dan cholesterolverlaging alleen. Inmiddels worden er ook vasoprotectieve eigenschappen, een verbeterde endotheelfunctie en anti-inflammatoire en immunomodulerende eigenschappen aan statines toegedicht. Daarnaastworden ze gezien als antioxidanten, stabiliseren ze de atheromateuze plaques en hebben ze stamcelregulerende eigenschappen. Dit alles leidtertoe dat het spectrum van indicaties de laatste jaren drastisch wordt verruimd. Er gaan al stemmen op om statines als adjuvante medicatie of therapie toe te voegen in verschillende patiëntencategorieën, met name bij(cardio)vasculaire chirurgie. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken, recent onderzoek en toekomstperspectief van statines. Erwordt ingegaan op twee kernvragen: hebben statines perioperatieve en cardioprotectieve eigenschappen en moeten we ze perioperatief continueren?

Voor sommige levensvormen zoals planten, gisten en (obligaat) anaerobe bacteriën is zuurstof niet nodig of zelfs schadelijk. De overige diersoorten zijn gedurende de evolutie gewend geraakt aan zuurstof, maar beschikken nog steeds over hypoxiebeschermende mechanismen. Koudbloedigen maken vooral gebruik van hypothermie, ionchannel shutdown en fermentatie. Ze zijn beter in staat tijdelijke anoxie te overleven. Warmbloedige anoxietolerante diersoorten slaan meer zuurstof op en maken gebruik van selectieve verlaging van het metabolisme. Voor de toxiciteit van fermentatieproducten, zoals lactaat, zijn er diverse oplossingen: bufferen (schild), isoleren (centralisatie circulatie) en een nog onbegrepen tolerantie voor lactaatacidose. Hypoxische preconditionering en de duikreflex zijn mooie voorbeelden van ook in de mens aanwezige anoxiebeschermende mechanismen. Tijdens de neonatale periode zijn bijna alle in de natuur bekende anoxiebeschermende mechanismen herkenbaar. HIF1 en adenosine zijn universele anoxie-/hypoxiemediatoren.

Niet-invasieve beeldvorming vormt een belangrijk onderdeel binnen de cardiologische diagnostiek Mulitslice CT is een nieuwe modaliteit die de mogelijkheid biedt om onder andere op een niet-invasieve wijze coronairlijden uit te sluiten. Het onderzoek heeft een zeer hoge negatief voorspellende waarde en biedt daardoor de gelegenheid om met name bij patienten met intermediair risico, coronairlijden uit te sluiten.