A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Een perioperatief CVA is meestal ischemisch en heeft dan vaak een trombo-embolische oorzaak. Bij het merendeel van de patiënten openbaren de symptomen zich pas vanaf de tweede postoperatieve dag. Een uitgebreid multifactorieel proces draagt bij aan het ontstaan van een CVA. Van alle bekende risicofactoren is de rol van intraoperatieve hypotensie nog steeds niet geheel duidelijk, maar er zijn aanwijzingen dat hypotensie voor onvoldoende perfusie van de z.g. penumbra kan zorgen waardoor postoperatief een CVA manifest kan worden. Toch zijn er op basis van de huidige inzichten geen duidelijke streefbloeddrukken te definiëren. Wel is adequate cerebrale oxygenatie essentieel om cerebrale ischemie te voorkomen. Van near-infrared spectroscopy wordt gedacht dat de cerebrale oxygenatie ermee kan worden gemonitord, maar algoritmen om de bijdrage van extracraniële weefsels te excluderen moeten nog gevalideerd worden. Adequate oxygenatie en bloeddrukmanagement lijken vooralsnog dus de belangrijkste modificeerbare risicofactoren van een perioperatief CVA.

Ter voorkoming van peroperatieve en postoperatieve complicaties bij patiënten met een spierziekte is het van belang goed geïnformeerd te zijn, zodat de ingreep en de benodigde anesthesie veilig gepland kunnen worden. Spierzwakte of juist een verhoogde spierspanning vraagt om specifieke maatregelen. In dit artikel worden de verschillende ziektebeelden beschreven en worden algemene en specifieke adviezen gegeven.

Een acute longembolie komt relatief vaak voor. De standaardbehandeling bestaat uit orale anticoagulantia voor hemodynamisch stabiele laagrisicopatiënten, en trombolyse of embolectomie voor hemodynamisch instabiele hoogrisicopatiënten. Bij instabiele patiënten wordt steeds vaker voor een endovasculaire behandeling gekozen. Aan de hand van casuïstiek bekijken we de waarde van endovasculaire behandeling en in het bijzonder van farmacomechanische trombolyse.

Diederik Gommers is al dertig jaar verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Hij werd er onderzoeker, ondernemer, dokter, doctor, anesthesioloog, hoogleraar en afdelingshoofd van de Intensive Care. Alleen voor de opleiding tot intensivist waagde hij zich – ondanks zijn liefde voor Feyenoord – even naar Amsterdam. Ik spreek hem vijf dagen na zijn oratie, getiteld Wu Wei.

Het guillain-barrésyndroom (GBS) is een zeldzame auto-immuungemedieerde polyradiculoneuropathie, gekenmerkt door een snel progressieve opstijgende slappe parese, naast gevoelsstoornissen en vaak ernstige (neurogene) pijn. Hoewel uiteindelijk spontaan herstel de regel is, zijn er behandelingen die het neurologisch herstel gunstig beïnvloeden. De langetermijnprognose is echter gekenmerkt door restverschijnselen, zoals moeheid, met een vaak langdurige invloed op de vitaliteit. Voor de anesthesioloog en intensivist is het van belang de principes van diagnostiek en management van potentieel levensbedreigende complicaties te (her)kennen omdat deze in de regel goed te behandelen zijn, maar onbehandeld desastreuze gevolgen kunnen hebben. Het betreft voornamelijk snel progressieve respiratoire insufficiëntie en ernstige autonome stoornissen. In dit artikel worden handvatten voor (klinische) diagnostiek en behandeling van deze complicaties beschreven en wordt aandacht geschonken aan behandeling van ernstige pijn.

Beademing | Bloedtransfusie | Sugammadex | Kinderen | Locoregionale anesthesie