A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Behandelstrategieën in de acute fase van het ischemische herseninfarct zijn erop gericht de doorbloedingsstoornis zo snel mogelijk op te heffen om de kans op weefselschade te verkleinen. Bij een acuut herseninfarct, veroorzaakt door een occlusie van een grote intracraniële arterie, kan endovasculaire behandeling worden toegepast. Recente trials laten zien dat deze behandeling bij herseninfarcten in de voorste circulatie bij geselecteerde patiënten een significant grotere kans geeft op onafhankelijk functioneren. Verder onderzoek is nodig naar het effect van de endovasculaire behandeling bij meer distale afsluitingen, afsluitingen in de achterste circulatie en bij patiënten met een onbekend tijdstip van het ontstaan van uitvalsverschijnselen of patiënten die meer dan 6 uur na het ontstaan van uitvalsverschijnselen worden behandeld.

Heparineresistentie tijdens hartchirurgie wordt gedefinieerd als het onvermogen met een adequate dosis heparine de geactiveerde stollingstijd te verlengen tot het gewenste niveau. Een te lage geactiveerde stollingstijd zorgt ervoor dat de patiënt onvoldoende ontstold is, waardoor initiatie van cardiopulmonale bypass mogelijk kan resulteren in excessieve activatie van de stolling. De oorzaak van heparineresistentie
is vaak complex en multifactorieel. De behandeling bestaat uit toedienen van additionele doses heparine, antitrombineconcentraat en fresh frozen plasma, maar hier zijn nadelen aan verbonden. Er zijn alternatieve geneesmiddelen, waarvan directe trombineremmers het meestbelovend zijn.

In deze editie van A&I kijken we naar een selectie van tien recente publicaties op het gebied van urgentiegeneeskunde.

Wakkere intubatie is de gouden standaard voor de electieve patiënt met een te verwachten moeilijke luchtweg. Hierbij wordt veelal een bronchoscoop gebruikt. Voor een succesvolle procedure is een aantal zaken cruciaal: goede risico-inschatting en indicatiestelling, zorgvuldige voorbereiding, adequate topicale anesthesie alsmede het vertrouwen van de patiënt, kennis en voorbereiding van het materiaal en handigheid in het navigeren met de bronchoscoop. Training en regelmatig gebruik zijn hiervoor van belang. Tijdsdruk en een gebrek aan expertise zijn de belangrijkste oorzaken van het falen van deze methode.

De toediening van een hoge concentratie zuurstof tijdens medische spoedsituaties ter preventie van hypoxie leidt vaak tot hyperoxie (gedefinieerd als een PaO2 >100 mmHg). Het is twijfelachtig of hyperoxie heilzaam is. Opgelost zuurstof draagt weinig bij aan het zuurstoftransport naar de weefsels. Hyperoxie kan contraproductief werken door systemische vasoconstrictie en verminderde cardiac output, met als gevolg verminderde perfusie en een verstoorde microcirculatie. Dit kan uiteindelijk zelfs leiden tot een lager zuurstofaanbod aan de weefsels. Hyperoxie kan tevens ischemie- en reperfusieschade verergeren. De oorzaak lijkt gelegen in de vorming van zuurstofradicalen. Hyperoxie kan
echter ook gunstige effecten hebben (anti-infectieus, preconditionering). Ernstige hyperoxie (PaO2 >300 mmHg)lijkt de mortaliteit te verhogen wanneer dit optreedt na reanimatie, na doorgemaakt CVA en tijdens mechanische ventilatie op de IC.Matige hyperoxie (PaO2 100-300mmHg) daarentegen zou minder orgaandisfunctie geven na reanimatie. De optimale PaO2-streefwaarde is nog niet duidelijk.

In dit artikel wordt de werking van ACE-remmers en ARB’s besproken.