A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Na het lezen van dit artikel bent u op de hoogte van de ontstaanswijze, de methodiek, het succes en de beperkingen van het IFMS-model. Daarnaast kenut u (lokale) varianten van de IFMS-systematiek die efficiënter en minder vrijblijvend zijn en waarin meer aandacht besteed wordt aan het medisch specialistenteam (gedeeld IFMS). U maakt kennis met een nieuwe systematiek (groeps-FMS) die de resultaten van de maatschap kan verbeteren.

Bij IC-patiënten speelt voeding een belangrijke rol. Onvoldoende inname van eiwit en energie resulteert in ondervoeding, gepaard gaande met een verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Het doel van voedingstherapie bij de IC-patiënt is het beperken van het eiwitverlies (katabolisme) door het maximaliseren van de eiwitsynthese en reduceren van het eiwitkatabolisme. Daarnaast dienen tekorten van vitamines en mineralen te worden behandeld. Een optimale voedingstrategie wordt gerealiseerd
door een juiste indicatiestelling, afwegen van voor- en nadelen, een degelijke energie- en eiwitbehoefteberekening, bij voorkeur een bepaling van de energiebehoefte, en alleen onderbouwd gebruik van immunomodulerende nutriënten, (suppletie van) vitamines en mineralen, selectie van de optimale voedingen en route van toediening en het in principe zo snel mogelijk behalen van de afgesproken voedingsdoelen. De diverse thema’s worden benoemd naar aanleiding van de laatste wetenschappelijke inzichten.

Wanneer u geconfronteerd wordt met een patiënt met een gifslangenbeet is de kans groot dat het slachtoffer weet om welk soort gifslang het gaat en beschikt over algemene kennis omtrent die soort. Serieuze hobbyisten hebben een protocol voor deze situatie. Bij het NVI is slangenantiserum op afroep beschikbaar.

Lactaatacidose wordt regelmatig gezien bij ernstige zieke patiënten. Er zijn twee types. Type A lactaatacidose ontstaat op basis van weefselhypoxie, bij type B bestaat er geen weefselhypoxie. Type B komt minder vaak voor. In dit artikel worden twee ziektegeschiedenissen met een lactaatacidose van type B gepresenteerd.

Palliatieve zorg is een volwaardig specialisme aan het worden. Al minstens vijftien jaar zijn ‘pioniers’, veelal anesthesiologen en internist-oncologen, bezig om deze multidisciplinaire zorg te organiseren. De introductie van de DOT palliatieve-zorg zal de structurering van dit vakgebied verder bevorderen en hiermee zorgen voor een betere positionering in het ziekenhuis.

De voedingsstatus is op een IC moeizaam vast te stellen en niet zelden onbetrouwbaar, maar ondervoeding komt bij IC-patiënten vaak voor. Een van de belangrijkste doelstellingen is dan ook het toedienen van voldoende eiwit om het eiwitverlies te beperken zodat lean body mass en spierfunctie behouden blijven. De optimale hoeveelheid eiwit ligt tussen de 1,3-2,0 g/kg. Naast eiwit is het toedienen van voldoende energie van belang; deze energie komt van koolhydraten en lipiden. Prospectieve studies in diverse IC-patiëntenpopulaties zijn van belang om individueel de optimale voeding vast te stellen.