A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
De infectieuze problematiek op de IC kent een aantal hoofdverdachten. Bij ernstige huid- en wekedeleninfecties alsmede bij intravasculairelijn-gerelateerde infecties gaat het vaak om grampositieve bacteriën. Complexe abdominale problemen worden overwegend door gramnegatieve bacteriën veroorzaakt en ook bij andere sepsisepisoden en nosocomiale pneumoniëen zijn deze bacteriën hofleveranciers. Bij de belangrijkste grampositieve pathogeen (Staphylococcus aureus) en bij alle belangrijke gramnegatieve staven is de opkomst van resistente varianten een toenemend probleem. BRMO staat voor ‘bijzonder resistent micro-organisme’ en is een verzamelbegrip voor alle bacteriën die resistent zijn voor meerdere soorten antibiotica waarvoor zij normaal gesproken gevoelig zijn. In dit artikel worden achterliggende mechanismen, epidemiologische trends en behandelopties alsmede het belang van adequate infectiepreventiemaatregelen beschreven.

We weten waarom infectiepreventie nodig is, maar brengen onze kennis nog niet altijd goed in praktijk. Healthcare-associated infections bij IC-patiënten veroorzaken aanzienlijke mortaliteit, die voor een deel te vermijden is door consequent de maatregelen te volgen die men eigenlijk al kent. Hiervoor is vaak een verandering in de cultuur van een afdeling of de hele instelling nodig. Daarbij kunnen we gebruik maken van methodes uit de cognitieve sociologie en de gedragswetenschappen. Ook de patiënt en zijn familie hebben een rol. Inhoudelijk is er behoefte aan een shift van verticale infectiepreventie naar een horizontale aanpak.

Candidemie of invasieve candidiasis is een ernstige infectie op de IC. Ondanks het feit dat de risicofactoren voor het verkrijgen ervan duidelijk zijn, blijft het moeilijk te voorspellen wat het optimale tijdstip is om de therapie te starten. Hiervoor worden verschillende strategieën gevolgd: profylaxe, empirische of pre-emptische therapie. Aanvangstherapie bij instabiele IC-patiënten is vrijwel altijd een echinocandine, later kan
gestroomlijnd worden naar fluconazol als het Candidaspecies daar gevoelig voor is. Er is geen plaats meer voor amfotericine B in de behandeling van candidasepsis. Candida kan zich in het bloed verspreiden naar verschillende organen en daar infectie veroorzaken. Disseminatie moet actief opgespoord worden en zo nodig langdurig worden behandeld. Centraal veneuze katheters dienen altijd gewisseld te worden bij een positieve bloedkweek.

Mediastinitis is een ernstige complicatie van openhartchirurgie. Ondanks de vele inspanningen om mediastinitis te voorkomen, is de incidentie de afgelopen decennia gelijk gebleven. Naast intensieve antibiotische therapie zijn er verschillende chirurgische behandelmethodes, waarvan continu spoelen, VAC-therapie en redondrainage op dit moment de belangrijkste zijn. Door deze behandelingen is de mortaliteit al sterk afgenomen. Kennis van mediastinitis en de behandeling ervan kan de zorg rondom deze hoogrisicopatiënten verbeteren en zo de mortaliteit en morbiditeit verder laten dalen.

De prevalentie van respiratoire virussen is hoog bij IC-patiënten. Het is niet altijd duidelijk of een virus geïsoleerd uit de luchtwegen de primaire oorzaak van respiratoire insufficiëntie is, of een toevallige passant. Dit artikel geeft een overzicht van de laatste inzichten in de epidemiologie, het klinisch beeld en de ziektelast, alsook van de ontwikkelingen in diagnostiek en therapie van de meest voorkomende respiratoire virussen bij volwassen IC-patiënten.

In dit artikel wordt aan de hand van een casus een beschrijving gegeven van de meest voorkomende pediatrische stollingsstoornissen (de ziekte van Von Willebrand en hemofilie), waarbij de kans op het voorkomen
van nabloedingen na een (adeno)tonsillectomie wordt beschreven. Aan bod komen de algemene stollingsfysiologie en specifieke stollingspathologie bij kinderen. Ook wordt een bespreking gegeven van het preoperatieve beleid bij kinderen die bekend zijn met coagulopathieën en kinderen die anamnestisch mogelijk een verhoogde bloedingsneiging hebben.