A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Bij een hematologische maligniteit gaat het doorgaans om een proliferatie- en uitrijpingsstoornis van een van de hematopoetische voorlopercellen uit het beenmerg of lymfoïd weefsel. De diversiteit van de hematologische maligniteiten is ook terug te vinden in incidentie, beloop, behandeling en prognose. Bij slechts zo’n 1,5% van de opnames op de ICU bestaat een hematologische maligniteit. De meest voorkomende redenen voor ICU-opname zijn respiratoir falen, hemodynamische instabiliteit, sepsis en neurologische oorzaken. Eerdere onderzoeken beschrijven een mortaliteit van 75-97% voor hematologische patiënten op de ICU, maar de overleving is de afgelopen jaren verbeterd en in recente studies wordt een mortaliteit van 34-56% gerapporteerd. Meerdere studies hebben verschillende indicatoren voor een slechte prognose geïdentificeerd, zoals leeftijd, ziekteprogressie, APACHE II-scores, multi-orgaanfalen, invasieve mechanische ventilatie, niervervangende therapie, neutropenie, hematopoëtische stamceltransplantatie, leverfalen, graft-versushostreactie en sepsis.

Beschrijving van een patiënt met een acute cardiogene shock ten gevolge van cardiale betrokkenheid bij het idiopathisch hypereosinofiel syndroom (Löffler-endocarditis). De echocardiografie toonde een grote massa in de linkerventrikel die resulteerde in een in- en uitstroombelemmering. Het posterior blad van de mitralisklep zat geheel verbakken in de grote (georganiseerde) trombusmassa. Hoge doses corticosteroïden waren niet effectief. Partiële remissie werd bereikt door behandeling met hydroxyureum. Tevens werd patiënt behandeld met hoge doses bètablokkers en anticoagulantia. Vanwege een ernstige mitralisklepinsufficiëntie werd uiteindelijk besloten een mitralisklepbioprothese te plaatsen. Hierna verbeterde patiënt aanzienlijk.

Cardiaal letsel kan worden onderverdeeld in stomp en penetrerend letsel. Stompe cardiale traumata kunnen, afhankelijk van de omvang van het trauma, worden onderverdeeld in een contusio en een commotio cordis. Ook kan bij een hoogenergetisch trauma letsel ontstaan aan de anatomische structuren van het hart (hartkleppen, coronairarteriën en septum). De belangrijkste complicatie van stomp en penetrerend cardiaal letsel is een tamponnade. Bij de opvang van een multitrauma is het herkennen van cardiaal letsel en eventuele complicaties cruciaal.

3D TEE is een logisch vervolg op de 2D-echocardiografie en stelt ons in staat om perioperatief betrouwbare en gedetailleerde uitspraken te doen, m.n. aangaande klepafwijkingen. De 3D echografische technologie moet gezien worden als een aanvulling op de al bestaande 2D en dopplerechografie. 3D-echocardiografie heeft een duidelijk voordeel wat betreft LVEF-meting en morfologische en functionele analyse van hartafwijkingen. Toekomstig onderzoek zal deze nieuwe technologie in het juiste perspectief plaatsen.

Met goede herinneringen aan een eerder bezoek aan prof. dr. Paul Sergeant, dat ik samen met een van onze cardiochirurgen enkele jaren geleden in het kader van de OPCAB bracht, zocht ik opnieuw contact om met hem te praten over zijn visie op opleiding, samenwerking, controle, kwaliteit en verandering van zorgprocessen. Hij was enthousiast: ‘Natuurlijk werk ik graag mee, maar in een tijd waarin moderne communicatiemiddelen voorhanden zijn komt u daar toch niet helemaal voor naar Leuven?’

Bij de opvang van een patiënt met thoraxtrauma en eventueel chirurgisch ingrijpen speelt de anesthesioloog een belangrijke rol. Een thoraxtrauma is dikwijls een hoogenergetisch trauma met bijkomend letsel. Het aantal ribfracturen is een indicatie voor de pijn en voor de mate van energieoverdracht en daarmee voor de ernst van mogelijk aanwezig intrathoracaal en intra-abdominaal letsel. Luchtwegmanagement, behoud van adequate oxygenatie en orgaanperfusie zijn belangrijke taken. Optimale monitoring van de vitale functies en superieure pijnbestrijdingstechnieken zijn van belang voor het voorkomen van complicaties.