A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.

Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Een 41-jarige Poolse man presenteerde zich met hoofdpijn en verward gedrag na een val van de trap. Hij bleek een ernstig traumatisch schedelhersenletsel te hebben met verhoogde intracraniële druk en een verlaagde Glasgow Coma Scale. Hij werd overgeplaatst naar een regionaal traumacentrum, er werd een intracraniële drukmeter ingebracht en op geleide van de intracraniële drukken werd hij behandeld met sedativa, analgetica en osmotherapie. Bij persisterende hoge intracraniële drukken vond een eenzijdige hemicraniotomie plaats. De patiënt kon 64 dagen na het trauma met E4M6V3 van de Intensive Care naar de verpleegafdeling ontslagen worden.

Rhabdomyolyse ontstaat door lekkage van intracellulaire componenten zoals creatinekinase (CK), myoglobine en elektrolyten in de systemische circulatie bij schade aan dwarsgestreept spierweefsel. De klinische presentatie van Rhabdomyolyse kan variëren van een asymptomatisch verhoogd serum-CK tot een levensbedreigende situatie met elektrolytstoornissen en acute nierinsufficiëntie. De behandeling van Rhabdomyolyse is in eerste instantie gericht op het wegnemen van het etiologisch agens en bestaat verder uit ondersteunende maatregelen en het proberen te voorkomen van acute nierinsufficiëntie en andere complicaties.

Dexmedetomidine is een selectieve α2-agonist die sinds juni 2011 in Nederland geregistreerd staat voor sedatie van volwassen IC-patiënten. Naast sedatie geeft dexmedetomidine analgesie en anxiolyse. Door het werkingsmechanisme blijven patiënten wekbaar met een verbale prikkel. Dexmedetomidine is met zijn halfwaardetijd van 2 uur geschikt voor peroperatief gebruik en procedurele sedatie. In tegenstelling tot andere sedativa geeft dexmedetomidine slechts een minimale ademhalingsdepressie. Wel versterkt het de werking van opiaten, benzodiazepines en anestheticaen daarmee ook de bijwerkingen zoals verminderde ademhalingsprikkel. Recente onderzoeken laten zien dat dexmedetomidine neuroprotectieve eigenschappen heeft. Bij kinderen wordt dexmedetomidine alleen nog off-label gebruikt, met goede resultaten.

Jan Kluytmans is medisch microbioloog in het Amphia Ziekenhuis in Breda en Oosterhout en hoogleraar medische microbiologie aan het VUmc, met de infectiepreventie als speciaal aandachtsgebied. Het is februari en het vriest vijf graden. We treffen elkaar aan de vooravond van zijn vertrek naar de Weissensee in Oostenrijk voor de alternatieve Elfstedentocht. Tweehonderd kilometer afzien op een prachtig gelegen bergmeer van twaalf kilometer lengte. Ik ben geïnteresseerd in zijn onderzoek naar infectiepreventie en zijn visie op de toekomst als het gaat om zaken als bouw, resistentie en innovatie op zijn gebied.

De Nederlandse ziekenhuissector is te typeren als meerlagig, complex en dynamisch. De invloeden van markt, overheid, gemeenschap en professional zijn hiervoor de belangrijke factoren. De waarden en ideologieën van ieder van deze vier sferen maken dat de sector te duiden is als hybride: tegengestelde basiswaarden van ieder van deze vier sferen zijn in de ziekenhuissector geïncorporeerd. Dit komt tot uiting in de totstandkoming en effecten van beleid én in de ziekenhuisorganisatie zelf. Verder weerspiegelt deze hybriditeit zich in alle partijen die een rol hebben in de sector. Door deze hybriditeit is een eenduidige indeling van partijen in de sector lastig, maar door partijen langs de vier dominante invloedssferen te plaatsen, kan wel een overzicht worden gegeven. Tevens geeft dit inzicht in denkbare en actuele tegenstellingen waarmee de ziekenhuissector te maken heeft: zowel op beleidsmatig vlak (nationaal) als in de dagelijkse praktijk (lokaal) van het ziekenhuis zelf.

De opvang van een traumapatiënt met een vermoedelijk of bevestigd ruggenmergletsel vergt speciale aandacht van elke anesthesioloog. Aspecten zoals immobilisatie, management van de moeilijke luchtweg en neurogene shock vereisen specifieke kennis en vaardigheden. Niet alleen bij de initiële opvang, maar ook daarna vraagt de situatie om een toegespitst anesthesiologisch management. Begrip van de anatomie en de pathofysiologie is essentieel om deze patiëntengroep adequaat te behandelen en secundaire schade aan het myelum te vermijden of te beperken.