A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.
![](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/d6/47/d64704e5-1b6d-4d6b-919c-d788badd3868/conversions/01J4GS3ZWR6X9MKPT2J869NEST-medium.jpg)
Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud![Protectieve beademing perioperatief](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/0e/08/0e083f38-796e-4178-b707-ee3accda63f6/conversions/01JF0B7QGKVDGQSB69Z525366K-medium.jpg)
Protectieve beademing is beademing met kleine teugvolumina en een lage piekdruk om extra longschade als gevolg van de mechanische beademing te voorkomen. Protectieve beademing is de standaard die wordt toegepast bij patiënten met ALI of ARDS op de ic. Moeten we protectieve beademing ook toepassen tijdens beademing op de operatiekamer? Protectieve beademing leidt tot minder inflammatoire respons en komt voornamelijk tot zijn recht tijdens operaties die gepaard gaan met een duidelijke SIRS-reactie, zoals oesofagusresectie met buismaagreconstructie of openhartchirurgie. Daarnaast is het voorkomen van atelectase en dus handhaving van FRC een belangrijke uitdaging. Rugligging, algehele anesthesie, Trendelenburg, bovenbuikchirurgie en abdominale laparoscopische insufflatie verlagen FRC, wat voorkomen kan worden door vooral de combinatie van recruitment maneuver en adequate hoeveelheid PEEP.
![Bronchiolitis](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/a2/d0/a2d098c3-81a0-4dcf-93d9-697ef431e869/conversions/01JGNXH7DW90KW4XD5920G0A6A-medium.jpg)
Acute virale bronchiolitis is een aandoening die vooral bij jonge kinderen tot problemen leidt, speciaal bij kinderen met comorbiditeit. Er zijn weinig effectieve therapeutische opties; ondersteunende therapie is de belangrijkste behandeling. Deze kinderen komen veelal bij de kinderarts. Niet zelden raken ook anesthesiologen en intensivisten betrokken bij (dreigende) respiratoire insufficiëntie; dan is kennis van de specifieke pathofysiologie van het beeld belangrijk. Veelbelovende nieuwe behandelingen die uit recent onderzoek naar voren komen, zijn verneveling met hypertoon zout, gebruik van heliox en nietinvasieve beademingstechnieken. De exacte plaatsbepaling van deze behandelingen moet verder onderzocht worden.
![Pathofysiologie van de laparoscopische chirurgie](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/fd/3f/fd3fa36c-2879-42fc-98fb-fe4dda90d6b2/conversions/01JF02ABE4ZET9M93SFW53410R-medium.jpg)
Laparoscopische chirurgie waarbij een (capno)pneumoperitoneum wordt aangelegd heeft effecten op vrijwel alle orgaansystemen. De circulatie wordt negatief beïnvloed met een afname van cardiac output en een toename van de vaatweerstand. De orgaanperfusie van darmen, lever en nieren neemt af. Op het niveau van het centraal zenuwstelsel is de stijging van de intracraniële druk van belang. De stijging van de arteriële pCO2 is het gevolg van de laparoscopische benadering. Kennis van deze effecten en van de laparoscopische complicaties, zoals CO2-embolieën, is vooral belangrijk bij de behandeling van patiënten met een beperkte functionele reserve.
![Echogeleid thoracaal paravertebraal blok](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/30/68/3068151b-4961-4778-a6e9-088e28d5bf0d/conversions/01JF05EB892H2YZSYRBXDRD3GT-medium.jpg)
Het thoracaal paravertebraal blok is een regionale anesthesietechniek waarbij lokaal anestheticum geïnjecteerd wordt in de nabijheid van de thoracale spinale zenuwen. Hiermee wordt een ipsilaterale somatische zenuwblokkade verkregen en ontstaat eveneens een eenzijdige sympathicusblokkade. Deze regionale anesthesietechniek kan voor unilaterale thorax- en abdominale chirurgie worden toegepast. Het thoracaal paravertebraal blok is geassocieerd met een hoge slagingskans en weinig complicaties of bijwerkingen. De meest gevreesde complicatie is het optreden van een pneumothorax. De incidentie van pneumothorax bij de klassieke techniek is 0,5%. Toepassing van echografie voor het thoracaal paravertebraal blok is goed mogelijk en waarschijnlijk geassocieerd met een afname van de incidentie van pneumothorax en in ervaren handen een hogere slagingskans.
![Orgaandonatie](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/58/08/58086e08-4687-4e29-8a64-2474f991d225/conversions/01JEZWHP4SJVKK305XPFRC3270-medium.jpg)
In Nederland is er een tekort aan donororganen. Om dit tekort tegen te gaan is donorherkenning en donorbehandeling van groot belang. In deze casus wordt bij een patiënt na een hartstilstand buiten het ziekenhuis (Out of Hospital Cardiac Arrest) onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van hersenfunctie, en wordt een procedure voor non-heartbeating orgaandonatie geëffectueerd. Hiertoe worden criteria voor hersendood en contra-indicaties voor orgaandonatie besproken. Tevens wordt de praktische gang van zaken beschreven in geval van orgaan- en weefseldonatie.
![Van molecule tot medicijn: de lange ontwikkelingsweg van een geneesmiddel](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/14/37/14376df6-4c59-4149-9113-d8be439e380c/conversions/01JF03T3S9SWPJ74CESCK76Q6C-medium.jpg)
De ontwikkeling van een geneesmiddel is in een aantal stappen te verdelen. Het preklinische deel begint met de drug discovery van een stof met biologische activiteit. Dit wordt verder in proefdiermodellen naar werking bij een bepaalde pathologie en op toxiciteit onderzocht. Het geselecteerde kandidaatmolecule wordt verder onderzocht inklinische studies, waarbij in fase-1-, 2- en 3-onderzoek de dosis, de effectiviteit en de veiligheid worden bestudeerd. Daarnaast worden de invloed op de kwaliteit van leven (patient benefit) en de kosten ten opzichte van bestaande geneesmiddelen onderzocht. Uiteindelijk wordt een volledig dossier met alle bevindingen aan de autoriteiten ter registratie aangeboden. Na goedkeuring krijgt het nieuwe geneesmiddel een marketingautorisatie; het mag in de handel worden gebracht en er mag vergoeding voor worden aangevraagd.