A&I

Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde

Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN. 

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van A&I?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van A&I

Gesorteerd op nieuw - oud
Behandeling van een orgaandonor Lees meer over Behandeling van een orgaandonor Behandeling van een orgaandonor
Adequate behandeling van hersendode orgaandonoren is extreem belangrijk. Er zijn weinig gerandomiseerde studies ten aanzien van orgaandonatie, maar uit de literatuur blijkt wel dat goede donorbehandeling een verbetering geeft van de functie van de donororganen en van het aantal organen dat getransplanteerd kan worden. Dit geldt vooral voor de functie van het hart en de longen. Dit artikel is een samenvatting van de nieuwe richtlijn Donorbehandeling als onderdeel van het modelprotocol Orgaan- en weefseldonatie 2011 van de Nederlandse Transplantatie Stichting. Het is een samenvatting van de beschikbare literatuur en geeft een gericht handvat in de praktijk van donorbehandeling. Deze richtlijn is grotendeels gericht op problemen bij hersendode orgaandonoren, maar ook bij non-heartbeating donoren kunnen hemodynamische instabiliteit of pulmonale afwijkingen optreden. De behandeling is dan hetzelfde tot de ondersteuning gestaakt wordt.
Perioperatief beleid bij longtransplantatie Lees meer over Perioperatief beleid bij longtransplantatie Perioperatief beleid bij longtransplantatie
Longtransplantatie is een behandeloptie voor patiënten met een ernstig longlijden met een levensverwachting van ongeveer twee jaar. De keuze voor enkel- of dubbelzijdige transplantatie wordt met name bepaald door de aard van de ziekte, de leeftijd van de patiënt en de infectiefrequentie. Het perioperatieve beleid is afhankelijk van de onderliggende longziekte en het type transplantatie. Specifieke aandachtspunten postoperatief zijn ventilatie, hemodynamiek, pijnbestrijding, drainage, ulcuspreventie, stollingsbeleid, bewaking van de gaswisseling, immunosuppressie en infectiepreventie. Ook de voeding vraagt aandacht en er wordt zo vroeg mogelijk met fysiotherapie begonnen. De perioperatieve zorg rond de longtransplantatiepatiënt is intensief. Het is van belang om minimaal eenmaal daags multidisciplinair overleg te hebben met anesthesist/intensivist, thoraxchirurg en longarts.
Een problematische VATS-Minimaze vanwege persisterend boezemfibrilleren Lees meer over Een problematische VATS-Minimaze vanwege persisterend boezemfibrilleren Een problematische VATS-Minimaze vanwege persisterend boezemfibrilleren
Een 54-jarige patiënte met persisterend boezemfibrilleren en een eerdere gefaalde katheterablatie wordt aangeboden voor VATS-Minimaze. Het blijkt onmogelijk een dubbellumentube te introduceren. Wanneer na poliklinische analyse geen bijzonderheden blijken, wordt patiënte opnieuw opgenomen. One lung ventilation (OLV) wordt nu verkregen met bronchusblokkade en de isolatie van de longvenen, linker atriale ablatielijnen en ablatie van de autonome plexus wordt verricht en perioperatief elektrofysiologisch op compleetheid gecontroleerd. De ingreep verloopt ongecompliceerd en er hebben zich gedurende 6 maanden follow-up geen recidieven van boezemfibrilleren of atriale tachycardieën voorgedaan. In deze bijdrage worden de thoracoscopische behandeling van boezemfibrilleren en de opties voor OLV bij een moeilijke luchtweg beschreven.
Interview met Jan IJzermans Lees meer over Interview met Jan IJzermans Interview met Jan IJzermans
Prof. dr. Jan IJzermans is als hoofd transplantatiechirurgie bij uitstek degene die een beeld kan schetsen van de huidige stand van zaken als het gaat om transplantaties. Ik ontmoette hem half april in zijn hooggelegen werkkamer in het Erasmus MC. We spraken over de ontwikkeling van niertransplantaties, het ‘nierdonatie bij leven’-programma, anesthesiologische aspecten van vullingsbeleid, de transitie van patiënt naar eventuele donor en het effect van vasten op het ontstaan van ischemie-reperfusieschade.
Intensive care bij ernstig leverfalen en na levertransplantatie Lees meer over Intensive care bij ernstig leverfalen en na levertransplantatie Intensive care bij ernstig leverfalen en na levertransplantatie
Acuut leverfalen (ALF) en acuut-op-chronisch leverfalen (ACLF) zijn gekenmerkt door de combinatie van hepatische encefalopathie, een verhoogd bilirubine en verlengde protrombinetijd (PT, INR). Bij ACLF is er sprake van een pre-existente leverziekte (meestal cirrose) en een uitlokkend moment (bloeding, infectie) voor de acute verslechtering, bij ALF niet. Etiologie, snelheid van ontstaan, ernst van complicaties en resterende leverfunctie bepalen mede de kans op levertransplantatievrije overleving. Bij ACLF wordt die ingeschat met de MELD-score, bij ALF met de KCH-score. Er wordt een bespreking gegeven van de uiteenlopende complicaties en de rol van leverfunctie-ondersteunende apparatuur. Evaluatie voor levertransplantatie (soms auxiliair bij ALF) moet tijdig plaatsvinden. Ook hierna zijn complicaties mogelijk.
Complicaties van de ademhaling bij cystic fibrosis Lees meer over Complicaties van de ademhaling bij cystic fibrosis Complicaties van de ademhaling bij cystic fibrosis
Cystic fibrosis wordt ook wel taaislijmziekte of mucoviscoïdose genoemd en is de meest voorkomende erfelijke ziekte met een beperkte levensverwachting. De aandoening is chronisch progressief en (nog) niet te genezen. Voor anesthesiologen en intensivisten is het belangrijk de achtergronden van de pathofysiologie te kennen, terwijl zij vaak pas in een laat stadium van de ziekte hiermee te maken krijgen. Door mucusplugging en ventilatie/perfusiemismatch is CF een duidelijk voorbeeld van een terminale longziekte op weg naar een longtransplantatie. In dit artikel worden de fysiologische veranderingen, ontwikkeling van de ziekte, farmacologische benadering, prognose en specifieke en algemene pre- en operatieve voorbereiding belicht. Ten slotte wordt een korte beschrijving gegeven van het gebruik van niet-invasieve en invasieve beademing als overbrugging naar een longtransplantatie.