A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.
Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Ik tref professor Schlack op zijn werkkamer op de afdeling Anesthesiologie in het AMC. Hij is drukbezet, maar gelukkig konden we nog een half uurtje in de agenda vinden. Het interview duurde uiteindelijk langer omdat er genoeg te vragen en te vertellen viel – zowel over onderzoek als over de anesthesiologische praktijk en de opleiding. Kortom: alle academische taken zijn aan bod gekomen.
Nadat een nieuw zorginitiatief is geopend, belandt de verse zorgondernemer in de beheersfase. Hierin staan borging en verbeteren van bedrijfsprocessen centraal, alsmede registreren van gegevens en afleggen van verantwoording. Om de organisatie te kunnen aansturen is inzicht in de bedrijfsresultaten van groot belang. Hiervoor is het registreren van financiële, personele en productiegerichte zaken belangrijk. Mede op basis van de gevoerde registraties kan aan het einde van het jaar door middel van de jaarrekening en het jaarverslag verantwoording over het gevoerde beleid worden afgelegd. Beschreven wordt waarmee u als zorgondernemer te maken krijgt op het gebied van personeel, apparatuur en materiaal, geld, internet en computers. Naast deze middelen zult u rekening moeten houden met de wetgeving binnen de zorg. Ook heeft u tijd nodig om de markt te bewerken en uw zorgbedrijf daar te vestigen. Door communiceren in de media en gerichte campagnes om uw naamsbekendheid en imago te vestigen, verleidt u collega’s om patiënten te verwijzen en kunnen patiënten uw kliniek ook rechtstreeks gaan benaderen. Ten slotte volgen nog enkele tips over wet- en regelgeving.
Het doel van perioperatief vloeistofmanagement is het optimaliseren van de weefselperfusie, door corrigeren van het perioperatief tekort en verlies. Tijdens abdominale chirurgie wordt ten onrechte nog vaak een liberaal vochtbeleid aangehouden, met gevolg dat patiënten kilo’s aankomen. Voor een optimaal vochtbeleid moet gestreefd worden naar normovolemie. Verlies door diurese, maagsappen en insensible loss worden aangevuld met kristalloïden, verlies van eiwitrijk vocht door beschadiging van de vasculaire barrière wordt gecorrigeerd door middel van colloïden. Hypotensie die veroorzaakt wordt door verlies van de sympathicustonus en niet door bloedverlies, zou moeten worden gecorrigeerd door toedienen van vasopressoren. Diurese en CVD zijn geen goede maten voor de vullingsstatus van de patiënt. De termen restrictief en liberaal vochtbeleid zijn niet zinvol. Er moet worden gestreefd naar een geïndividualiseerd en procedure-specifiek vochtbeleid.
Hemodynamische monitoring is een onmisbaar onderdeel van de praktijkvoering binnen de anesthesiologie en de intensive caregeneeskunde. In de laatste jaren zijn er innovatieve technieken geïntroduceerd waarbij de cardiac output niet-invasief gemeten kan worden, elk met haar eigen karakteristieken. Dit maakt de verschillende technieken meer of minder geschikt voor toepassing in een specifieke klinische setting. Nexfin (BMEYE, Amsterdam) is een techniek waarmee het mogelijk is om continu niet-invasieve bloeddruk en cardiac output te bepalen door middel van een cuff rondom de vinger. Dit artikel bespreekt de technische aspecten en gaat in op de klinische toepasbaarheid, maar behandelt ook de beperkingen van deze methode.
Omdat de oorzaken en effecten van asfyxie bij pasgeborenen anders zijn dan bij oudere kinderen en volwassenen verschilt de volgorde van handelingen die van belang zijn bij de opvang en reanimatie van pasgeborenen. Aan de hand van de recent verschenen herziene richtlijnen wordt de reanimatie van de pasgeborene behandeld.
Brandwonden die een lichaamsoppervlak vanaf circa 15% beslaan, leiden tot shock die resuscitatie noodzakelijk maakt. Voor een adequate resuscitatie is een nauwkeurige inschatting van het totale verbrande lichaamsoppervlak nodig; de ‘regel van 9’ bij volwassenen en de ‘Lund en Browder’ diagrammen bij zowel volwassenen als kinderen zijn goede hulpmiddelen hiervoor. De aanbevolen hoeveelheid toe te dienen infuus volgt uit de Parkland-formule: 4 ml per kg per % verbrand lichaamsoppervlak. De eerste helft van dit volume dient in de eerste 8 uur gegeven te worden, gerekend vanaf het tijdstip van verbranding. Voor kinderen wordt naast dit volume een onderhoudsinfuus aanbevolen. De Parkland-formule is nadrukkelijk een richtlijn. Het infuus dient op geleide van diurese en vitale variabelen te worden aangepast. Over-resuscitatie is een veelvoorkomend probleem met potentieel ernstige gevolgen, zoals onder andere verdieping van de brandwond, long- en hersenoedeem en compartimentsyndroom van het abdomen en de ledematen.