A&I
Een onafhankelijk, praktijkgerichte nascholing over perioperatieve geneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de NVA, NVIC, NIV, NVVC, NVvH, en NVN.
Alle collecties van A&I
Gesorteerd op nieuw - oud
Postoperatief delier (POD) is een veelvoorkomende complicatie bij oudere patiënten die belangrijk bijdraagt aan morbiditeit en mortaliteit. POD treedt acuut op, gemiddeld 1-3 dagen na een ingreep, en wordt helaas vaak niet herkend. POD is een voorspeller van cognitieve stoornissen in de nabije toekomst en voor dementie; POD beïnvloedt het herstel van de patiënt negatief. Kennis van de risicofactoren maakt het mogelijk om preventieve maatregelen te nemen. Behandeling van POD is intensief en vereist een goede organisatie op de afdeling.
Geneesmiddelgebruik tijdens de zwangerschap kan ernstige gevolgen hebben voor de foetus. Er bestaan verscheidene classificatiesystemen voor geneesmiddelen, maar in de praktijk is het niet altijd eenvoudig om tot een veilige geneesmiddelkeuze te komen bij zwangeren. Dit artikel beschrijft de achtergronden en mechanismen van teratogeniteit en de meest gebruikte classificatiesystemen. Daarna volgt een praktische leidraad om in de kliniek tot een goed onderbouwd en veilig voorschrijfgedrag te komen.
Aan de hand van twee casussen wordt de behandeling van een fluxus post partum (FPP) beschreven. Groot bloedverlies na de bevalling is een levensbedreigende complicatie die snel en adequaat handelen vereist. De hemorragische shock wordt behandeld door agressieve resuscitatie met bloedproducten. Multidisciplinaire afspraken zijn zinvol bij de behandeling van massaal bloedverlies door een FPP en voor invasieve therapieën.
De steeds meer gediversifieerde en complexe intrathoracale chirurgische procedures vereisen het veilig kunnen scheiden van de luchtwegen en de mogelijkheid van een longventilatie. Ook in de traumatologie en op de intensive care zijn er klinische omstandigheden met acute pulmonale insufficiëntie waarbij gescheiden luchtwegen nodig zijn, al dan niet met verschillende beademingsstrategieën. Iedere anesthesioloog en intensivist moet daarom op de hoogte zijn van deze longscheidingstechnieken. Deel 1 beschrijft specifiek het gebruik van bronchusblokkers. Deel 2 licht het gebruik van dubbellumentubes verder toe.
Zwangerschap en geboorte zijn natuurlijke, fysiologische processen die aan de basis liggen van elk menselijk bestaan. Het geboorteproces vereist van de moeder een zware inspanning omdat het vaak gepaard gaat met complexe baringspijn. Deze pijn is door een medicamenteuze behandeling in combinatie met emotionele ondersteuning vaak goed en adequaat te verlichten. In de 21e eeuw kenmerkt goede baringszorg zich door een efficiënte, effectieve, veilige en tijdige vervulling van de noden van de barende, waarbij de zorg rondom de individuele vrouw georganiseerd wordt. Steeds vaker vindt het vervullen van die noden plaats in het ziekenhuis. De anesthesioloog kan met zijn kennis en kunde een bijdrage leveren aan de goede zorg rondom de partus.
Tijdens de zwangerschap treden fysiologische veranderingen op die van belang zijn voor uw anesthesiologische beleid. De aanpassingen van de orgaansystemen treden reeds vroeg in de zwangerschap op en worden gekenmerkt door een toename in metabolisme, zuurstofconsumptie en circulerend volume. Verder spelen hyperventilatie, verdunningsanemie, hypercoagulabiliteit, aspiratierisico, veranderingen van de luchtweg en verhoogde gevoeligheid voor anesthetica een rol. De anesthesiologische focus bij operatieve ingrepen tijdens de zwangerschap moet gericht zijn op luchtwegmanagement, risico en preventie van aspiratie, handhaven van maternale bloeddruk en uteroplacentaire perfusie, risico en preventie van tromboembolische complicaties, aanpassing van regionale technieken en algehele anesthesie. Bij algehele anesthesie zijn met name de keuze en dosering van inductiemiddelen, afname van MAC en placentaire passage van anesthetica van belang.