Nervus
Praktijkgerichte nascholing over neurologie
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN, NVvN en VSR.

Alle collecties van Nervus
Gesorteerd op nieuw - oud
Medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) is een veelvoorkomende aandoening, die zeer beperkend is voor de kwaliteit van leven. Het is gedefinieerd als hoofdpijn op ≥ 15 dagen per maand, met regelmatig overgebruik van acute hoofdpijnmedicatie, gedurende ≥ 3 maanden. Regelmatig overgebruik is inname van simpele analgetica op ≥ 15 dagen per maand, triptanen op ≥ 10 dagen per maand, combinaties van triptanen en simpele analgetica op ≥ 10 dagen per maand. Een van de mogelijke onderliggende mechanismen van MOH is een veranderde pijnperceptie door centrale sensitisatie.

Trigeminale autonome cefalalgieën worden gekenmerkt door ernstige, kortdurende aanvallen van unilaterale hoofdpijn die gepaard gaat met ipsilaterale craniale autonome verschijnselen. Binnen deze groep worden verschillende hoofdpijnsyndromen onderscheiden. Clusterhoofdpijn is hiervan de meest voorkomende aandoening. In de differentiële diagnose staan verder paroxismale hemicranie, hemicrania continua en de short-lasting unilateral headache attacks. Het herkennen én het onderscheiden van de verschillende syndromen binnen de trigeminale autonome cefalalgieën kan erg lastig zijn, maar het stellen van de juiste diagnose is belangrijk, aangezien de behandeling van de verschillende hoofdpijnsyndromen substantieel verschilt. Het onderscheid tussen de verschillende hoofdpijnsyndromen is voornamelijk gebaseerd op verschillen in aanvalsduur en -frequentie. De reactie op behandeling kan ondersteunend zijn bij het stellen van de diagnose. Het afnemen van een adequate anamnese is essentieel, want het is niet mogelijk de diagnose te bevestigen door middel van beeldvormend of laboratoriumonderzoek. In dit artikel worden de verschillende trigeminale autonome cefalalgieën en de behandelmogelijkheden besproken.

Ocrelizumab versus interferon bèta-1a bij relapsing multipele sclerose | Tijdelijke ‘smartphone’-blindheid

Het liquorhypotensiesyndroom wordt gekenmerkt door houdingsafhankelijke hoofdpijn, die toeneemt bij overeind zitten of staan. De liquorhypotensie wordt veroorzaakt door liquorlekkage, vaak na een lumbaalpunctie, maar kan ook spontaan voorkomen. Waarschijnlijk is er sprake van onderdiagnostiek van dit syndroom. Herkenning en adequate diagnostiek van dit syndroom zijn belangrijk gezien de therapeutische mogelijkheden. MRI-scan van de hersenen is de eerste stap in de diagnostiek, waarbij met name aankleuring van de hersenvliezen en subdurale vochtcollecties gezien worden. De lokalisatie van het liquorlek kan het beste opgespoord worden met een MR-myelografie, alternatieven zijn een radio-isotoopcisternografie of een dynamische CT-myelografie. Het exact opsporen van de lokalisatie van de lekkage is echter alleen nodig als een conservatief beleid of een lumbale ‘bloedpatch’, de behandeling van eerste keuze, onvoldoende verbetering van de klachten geeft. In die gevallen moet gerichter behandeld worden, ofwel met ‘bloedpatches’ op het niveau van de lekkage of in sporadische gevallen door het chirurgisch sluiten ervan.

Er is veel vraag naar een betere preventieve behandeling van migraine. Calcitonin-gene related peptide (CGRP) is een neuropeptide dat een rol speelt bij transmissie van nociceptieve signalen en tevens is het een sterke vasodilatator. CGRP heeft een belangrijke rol in de pathofysiologie van migraine en wordt als aangrijppunt voor medicatie gebruikt. Er zijn de afgelopen jaren zowel receptorantagonisten als monoklonale antilichamen tegen CGRP of de CGRP-receptor ontwikkeld. Momenteel worden er fase 3-studies uitgevoerd met vier verschillende anti-CGRP-(receptor)antilichamen voor preventieve behandeling van episodische en chronische migraine en clusterhoofdpijn. De lange werkingsduur van monoklonale antilichamen is gunstig voor het beoogde gebruik als profylacticum, maar zou mogelijk nadelig kunnen zijn bij het optreden van een ongewenste reactie.

Het reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom (RCVS) is een oorzaak van hyperacute ernstige hoofdpijn (donderslaghoofdpijn of thunderclap headache). Radiologisch wordt deze ziekte gedefinieerd door segmentele vernauwingen van de cerebrale arteriën, die binnen twaalf weken spontaan verdwijnen.2 Het stellen van de diagnose RCVS kan bemoeilijkt worden door klinische en radiologische overeenkomsten met andere aandoeningen, zoals de aneurysmatische subarachnoïdale bloeding en vasculitis.