Praktische Pediatrie

Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Praktische Pediatrie

Gesorteerd op nieuw - oud
Centrumbehandeling van obesitas Lees meer over Centrumbehandeling van obesitas Centrumbehandeling van obesitas
Kinderen met morbide obesitas (sds-bmi ≥ 3,0 of sds-bmi > 2,3 met obesitas gerelateerde morbiditeit) waarbij ambulante behandeling niet succesvol is gebleken, komen in aanmerking voor intensieve, klinische behandeling in een gespecialiseerd centrum. Naast psychosociale consequenties heeft morbide obesitas óók op de kinderleeftijd grote invloed op de fysieke gezondheid. Belangrijke medische redenen om kinderen met morbide obesitas intensief te behandelen zijn obesitas gerelateerde morbiditeit en preventie van obesitas op volwassen leeftijd, met de daarmee gepaard gaande morbiditeit en mortaliteit. Omdat er nog onvoldoende bekend is over de effectiviteit van behandeling van morbide obese kinderen en adolescenten, vindt centrumbehandeling in Nederland uitsluitend plaats in het kinderobesitascentrum van Heideheuvel in Hilversum. Binnen een gerandomiseerde trial worden hier interventies onderzocht op (kosten)effectiviteit en psychologische determinanten van gewichtsreductie en gewichtsbeheersing. Ook zal dit onderzoek een basis kunnen vormen voor een zorgstandaard waarin omschreven staat wat goede zorg is voor deze groep patiënten.
Verdraaid, een spugende zuigeling Lees meer over Verdraaid, een spugende zuigeling Verdraaid, een spugende zuigeling
Een negen dagen oude neonaat presenteert zich met spugen. Aan de hand van deze casus bespreken wij de differentiaaldiagnose van spugen bij pasgeborenen en daarbij mogelijk aanwezige alarmsymptomen wijzend op een gastro-intestinale obstructie. De overwegingen en mogelijkheden voor verdere diagnostiek bij gallig braken bij een neonaat zullen achtereenvolgens besproken worden. De in deze casus aanwezige malrotatie, een embryonale rotatiestoornis van de darm, kan zich door een variabele breedte van de aanwezige mesenteriumsteel (radix) op diverse leeftijden zeer verschillend presenteren. Bij de neonaat gaat dit echter vaak gepaard met volvulus van de dunne darm en is daarmee een spoedeisend ziektebeeld.
Kort tongriempje: inknippen of niet? Lees meer over Kort tongriempje: inknippen of niet? Kort tongriempje: inknippen of niet?
Ankyloglossie, kort tongriempje of ‘tongue-tie’ in het Engels, is een abnormaal kort frenulum linguae. Het frenulum linguae is een mediane plooi van slijmvlies die de onderkant van de tong met de mondbodem verbindt (figuur 1). Normaalgesproken treedt er in de embryonale fase massale celdegeneratie op en is het frenulum linguae de enige blijvende, kleine verbinding tussen de tong en de mondbodem. Aan weerszijden van het onderste einde van het frenulum bevinden zich twee verhevenheden; hier monden de ducti van de glandulae submandibulares uit.
Het effect van helmredressietherapie bij positionele plagiocefalie Lees meer over Het effect van helmredressietherapie bij positionele plagiocefalie Het effect van helmredressietherapie bij positionele plagiocefalie
Een afgeplat achterhoofd door rugligging, ook wel positionele plagiocefalie genoemd, wordt bij 17% van de zuigelingen gezien. De incidentie van positionele plagiocefalie is toegenomen sinds rugligging wordt aanbevolen ter preventie van wiegendood. Positionele plagiocefalie is een cosmetisch probleem. Voor zover bekend zijn er geen gevolgen voor de ontwikkeling van het kind. Wanneer conservatieve therapie (houdings- en hanteringsadviezen) onvoldoende effect heeft, kan helmtherapie worden toegepast. Gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct’s) naar het effect van helmtherapie zijn niet verricht. In prospectieve niet-gerandomiseerde gecontroleerde studies lijkt het hoofd na helmtherapie ronder te zijn. Methodologisch valt op deze studies echter nogal wat aan te merken. Zo lang er geen goed opgezette rct is verricht, is onvoldoende duidelijk of helmtherapie effectief en veilig is. Gezien de (milde) aard van het probleem lijkt terughoudendheid geboden bij het aanbieden van helmtherapie buiten wetenschappelijke studies om.
Hielprik versus venapunctie voor bloedafname bij gezonde, voldragen pasgeborenen Lees meer over Hielprik versus venapunctie voor bloedafname bij gezonde, voldragen pasgeborenen Hielprik versus venapunctie voor bloedafname bij gezonde, voldragen pasgeborenen
De hielprik is de meest gebruikte methode om bij pasgeborenen bloed af te nemen, maar het is een pijnlijke ingreep. In een Cochrane review werd de hielprik vergeleken met de venapunctie wat betreft effectiviteit van bloedafname en pijnrespons bij gezonde voldragen pasgeborenen. Vijf gerandomiseerde studies met in totaal 317 gezonde pasgeborenen lieten een significant lagere pijnscore zien (op gevalideerde pijnscoreinstrumenten) bij pasgeborenen die een venapunctie hadden ondergaan dan bij pasgeborenen die een hielprik hadden gehad.
Licht schedelhersenletsel (LSH) bij kinderen Lees meer over Licht schedelhersenletsel (LSH) bij kinderen Licht schedelhersenletsel (LSH) bij kinderen
Schedelhersenletsel bij kinderen is een veelvoorkomende reden voor bezoek aan de spoedeisende hulp. Het gaat hierbij meestal om licht schedelhersenletsel (lsh). Met een ct-scan zijn complicaties doorgaans goed op te sporen. Gezien de kleine kans op ernstig intracranieel letsel en de nadelen van cerebrale ct-scans, ook op lange termijn, is in het routinematig gebruik van de ct-scan echter terughoudendheid gewenst. Het is dus van groot belang om op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek de kinderen te selecteren die het grootste risico hebben op ernstig intracranieel letsel, en het verrichten van beeldvormend onderzoek door ct-scan tot deze groep te beperken. In het afgelopen decennium zijn overzichtsartikelen over dit onderwerp verschenen en recent ook prospectieve studies die risicofactoren identificeren. Hieruit vloeien behandelrichtlijnen en beslisregels voort, bijvoorbeeld het Britse chalice-algoritme, en ook is de nieuwe richtlijn van het cbo in ontwikkeling. Validatie van de richtlijnen en beslisregels voor de Nederlandse situatie is de volgende stap. In dit artikel presenteren we de huidige evidence en richtlijnen en een voorbeeld van een stroomdiagram dat hierop is gebaseerd.