Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Zorgevaluatie wordt gedefinieerd als klinisch onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van bestaande zorg waarvan het nut niet duidelijk is. Het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG) stelt dat zorgevaluatie in 2028 integraal onderdeel van het reguliere zorgproces moet zijn. Hoe we hieraan handen en voeten moeten geven is nog onvoldoende duidelijk. Het doel van zorgevaluatie is het verbeteren van zorg door het doorlopen van de cirkel van gepast gebruik, die naast zorgevaluatie-onderzoek bestaat uit agenderen, (de-)implementeren en monitoren. Bij zorgevaluatie-onderzoek wordt vaak gedacht aan gerandomiseerde studies. In dit artikel laten we zien dat er ook andere wegen zijn om de cirkel van gepast gebruik draaiende te houden, die goed passen in de dagelijkse klinische praktijk en opleiding. We geven voorbeelden van manieren waarop het monitoren en inzichtelijk maken van praktijkvariatie op zichzelf al kan leiden tot gepaster gebruik van zorg en laten zien hoe de aios een rol kan spelen bij de verschillende domeinen van de kwaliteitscirkel.
Brandwondencentra bieden een multidisciplinaire benadering van de behandeling van brandwonden, waarbij verschillende specialisten zoals intensivisten, anesthesiologen, brandwondenartsen, dermatologen, (plastisch) chirurgen, (brand)wondverpleegkundigen, fysio-, en ergotherapeuten, diëtisten en psychologen samenwerken. Deze centra hebben expertise in wondzorg en het faciliteren van vaak dagelijkse verbandwissels met sedatieteam, eigen operatiekamer en bijbehorende apparatuur.
Flashoedeem is een potentieel levensbedreigende complicatie van nierarteriestenose. In dit nascholingsartikel bespreken we de onderliggende pathofysiologische mechanismen die bijdragen aan het ontstaan hiervan. Als illustratie dient een bijzondere casus van een patiënte met herhaaldelijke episodes van flashoedeem die een ballonangioplastiek van de nierarterie onderging. Kort na de procedure ontwikkelde zij echter extreme polyurie (meer dan 20 liter in de eerste 48 uur) met extreme natriurese (> 1000 mmol natriumexcretie in de eerste 24 uur). In dit artikel worden zowel de mechanismen besproken die bijdragen aan het ontstaan van flashoedeem als mogelijk pathofysiologische mechanismen die deze extreme natriurese zouden kunnen veroorzaken.
Atriumfibrilleren (AFib) is een vaak voorkomende hartritmestoornis en is een belangrijke oorzaak van cryptogene herseninfarcten. De belangrijkste vraag die we in dit artikel beantwoorden is welke patiënten die bij de neuroloog op de Spoedeisende hulp komen of op de polikliniek worden gezien, moeten worden gescreend op AFib. We bespreken daarnaast wanneer, hoe en hoelang gescreend moet worden en of langer screenen daadwerkelijk meer oplevert en iets verandert in de behandeling. Beschreven wordt wat de cardioloog doet als AFib wordt vastgesteld en wanneer patiënten veilig kunnen starten met anticoagulantia als dit geïndiceerd is.
Chloorprocaïne is een lokaal anestheticum met een snelle inwerktijd en een korte werkingsduur. Het is sinds 2020 in Nederland geregistreerd voor intrathecaal gebruik bij volwassenen. Vanwege de korte werkingsduur wordt het aanbevolen voor chirurgische ingrepen die naar verwachting maximaal 45 minuten duren. In de literatuur wordt een lage incidentie van bijwerkingen beschreven en urineretentie komt nauwelijks voor. Deze eigenschappen maken intrathecaal toegediend chloorprocaïne bij uitstek geschikt voor korte procedures in dagbehandeling. Naast het comfort van de patiënt kan het ook de efficiëntie op het operatiecomplex verhogen en de kosten reduceren.
Bewegingsstoornissen worden over het algemeen gediagnosticeerd op basis van anamnese en neurologisch onderzoek. In sommige gevallen is er een indicatie voor aanvullend onderzoek, waarbij dopamine transporter single-photon emission computed tomography (DAT-SPECT) een optie is. Deze scan, waarmee de DAT-expressie in het striatum in beeld wordt gebracht, kan bijvoorbeeld gebruikt worden om het onderscheid te maken tussen dystone tremor van de arm of een tremor in het kader van de ziekte van Parkinson. Ook kan DAT-SPECT gebruikt worden om onderscheid te maken tussen de ziekte van Parkinson en medicamenteus-geïnduceerd parkinsonisme. DAT-SPECT kan op individueel niveau vaak geen onderscheid maken tussen de ziekte van Parkinson en atypisch parkinsonisme, zoals multipele systeematrofie of progressieve supranucleaire parese. Hiervoor kan in sommige gevallen een [18F]-FDG-PET-scan van de hersenen gemaakt worden.