Praktische Pediatrie
Praktijkgerichte nascholing voor kinderartsen
Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVK. VSR is in aanvraag.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Praktische Pediatrie?
Abonneer nu! Meer informatieAlle collecties van Praktische Pediatrie
Gesorteerd op nieuw - oud
In dit artikel wordt een jongen van 12 jaar met koorts, hoofdpijn, braken en afasie gepresenteerd. Liquoronderzoek toonde een verhoogd leukocyten- en erytrocytengetal, een verhoogde totaaleiwitconcentratie en een normaal glucose. MRI-onderzoek liet frontotemporaal typische afwijkingen zien. Met een positieve PCR op herpessimplexvirus type 1 in de liquor werd de diagnose herpessimplexencefalitis gesteld. De aanknopingspunten om deze relatief zeldzame diagnose te stellen worden beschreven. Het is van belang om zo snel mogelijk de behandeling met aciclovir te starten.
Endoscopisch onderzoek bij accidentele ingestie van etsende stoffen is niet in alle gevallen noodzakelijk. Bij twijfelachtige verdenkingen op accidentele ingestie is bij afwezigheid van symptomen endoscopie niet geïndiceerd. Bij symptomen is endoscopisch onderzoek binnen 1224 uur geïndiceerd. Bij ernstige ingesties dient onafhankelijk van symptomen endoscopisch onderzoek te worden verricht.
De benaming ‘metabool syndroom’ verwijst naar het gezamenlijk vóórkomen van enkele risicofactoren voor hart en vaatziekten: glucose intolerantie (diabetes mellitus type 2, verstoorde glucosetolerantie of verhoogde nuchtere glucose), insulineresistentie, hypertensie, ‘centraal’ overgewicht (viscerale adipositas), dislipidemie (lage serumconcentratie hdlcholesterol, hoge serumconcentratie triglyceriden). Het ‘syndroom’ heeft geen specifieke behandeling en alle ‘symptomen’ samen geven geen andere prognose wat betreft hart en vaatziekten en diabetes
dan uit de afzonderlijke symptomen blijkt. Ook over de pathofysiolo gie bestaat nog geen zekerheid. Vanwege deze argumenten bestaat er nog veel discussie over het bestaansrecht van het metabool syndroom. Herkenning van het cluster van symptomen helpt ons echter om een betere inschatting te maken van de gezondheidsrisico’s in de groeiende groep obese patiënten. Dit artikel bespreekt de belangrijkste elementen uit het metabool syndroom aan de hand van een casus.
Het mucolytische medicijn rhDNase is bewezen effectief bij patiënten met cystische fibrose. rhDNase wordt ook offlabel toegepast bij andere kinderlongziekten waarbij een verstoorde mucociliaire klaring een rol speelt. Gerandomiseerde studies toonden aan dat het niet zinvol is om rhDNase offlabel toe te passen bij zuigelingen met rsvbronchiolitis en bij kinderen met matig ernstig acuut astma. In geïsoleerde case reports bij ernstig zieke patiënten is wel beschreven dat behandeling met rhD Nase de beademingsduur en het verblijf op de intensive care verkortte en incidentie van atelectasen bij postoperatief nabeademde kinderen verminderde. Voordat rhDNase bij kinderen met dergelijke ernstige ziektebeelden kan worden voorgeschreven, zijn echter gerandomiseerde studies nodig.
Deze richtlijn is onderdeel van de multidisciplinaire richtlijn
Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen van het Kwaliteitsinstituut voor Gezondheidszorg cbo, die beoogt een leidraad te zijn voor de dagelijkse praktijk van diagnostiek en behandeling van obesitas.
De diagnose obesitas wordt bij kinderen ≥ 2 jaar gesteld volgens inter nationaal vastgestelde afkappunten van de bodymass index (bmi) naar geslacht en leeftijd.
De behandeling van obesitas bestaat uit gecombineerde leefstijlinterven ties gedurende minimaal een jaar, gevolgd door een langdurige begelei ding gericht op gewichtsbehoud en soms gewichtsafname. Anders dan bij volwassenen kan door lengtegroei van kinderen geen vast percentage gewichtsafname genoemd worden als streefgetal.
Er is nog onduidelijkheid over de plaats van chirurgie en medicatie, wie screent op organische oorzaken en comorbiditeit en wie als behande laar het meest geschikt en kundig is. Implementatie en inpassing in een landelijke zorgstandaard voor overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen is de volgende uitdaging.
Moeheid is een van de meest voorkomende klachten in de kinderartspraktijk, maar tegelijk een van de meest frustrerende omdat de kinderarts zo weinig handvatten heeft voor behandeling. Dit artikel laat zien dat de prognose van gewone moeheid goed is. Functionele moeheid is goed te herkennen doordat het vrijwel altijd samengaat met andere lichamelijke verschijnselen. Een vroege duiding van de moeheid als een ‘ontregeling’ met een goede prognose is belangrijk voor het herstel. Als de moeheid zich toch ontwikkelt als een chronisch vermoeidheidssyndroom, kunt u als kinderarts een aantal leefregels meegeven, maar vooral ook verwijzen voor cognitieve gedragstherapie (cgt). Driekwart van de jongeren met cvs geneest na behandeling met cgt.